Update
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.
Hoge Raad: relatiebeding valt onder artikel 7:653 BW. Onduidelijkheid over wel/niet bijvoegen personeelshandboek met relatiebeding komt voor risico werkgever
De Hoge Raad laat zich in AR 2017-0245 uit over de vraag of de eisen uit Philips/Oostendorp ook gelden voor het relatiebeding. De Hoge Raad overweegt dat artikel 7:653 lid 1 BW betrekking heeft op een beding tussen de werkgever en de werknemer waarbij deze laatste wordt beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de overeenkomst op zekere wijze werkzaam te zijn. Deze bepaling ziet ook op een relatiebeding als in het onderhavige geval. De overwegingen in het arrest Philips/Oostendorp dienen dan ook mede op dergelijke bedingen te worden betrokken. Voor zover het onderdeel een ruime uitleg of een verruiming van deze eisen bepleit, doet het dat (dus) tevergeefs, aldus de Hoge Raad. In casu was de werkgever er niet in geslaagd te bewijzen dat werknemer met het ondertekenen van de arbeidsovereenkomst waarin het personeelshandboek was gencorporeerd ook een exemplaar van dit personeelshandboek ter hand heeft gesteld. Daar dit een van de eisen uit Philips/Oostendorp is, is niet aan het schriftelijkheidsvereiste voldaan.
Aanvang bedenktermijn bij moment van overeenstemming (en niet ondertekening) beindigingsovereenkomst
De kantonrechter is in AR 2017-0226 van oordeel dat het schriftelijkheidsvereiste van artikel 7:670b BW niet zover gaat dat de bedenktijd pas gaat lopen na ondertekening door partijen van de beindigingsovereenkomst. Een zo vergaande afwijking van het reguliere contractenrecht en het systeem van aanbod en aanvaarding zou, zo de wetgever dat heeft bedoeld, in de wet of in ieder geval in de wetsgeschiedenis zijn genoemd. De kantonrechter sluit zich aan bij het oordeel van zijn ambtgenoot (Ktr. Leiden 7 december 2016, AR 2016-1398) en maakt dit tot het zijne. Naar het oordeel van de kantonrechter volgt uit de e-mailcorrespondentie tussen (de gemachtigden van) partijen dat zij op 28 november 2016 schriftelijk overeenstemming hebben bereikt over een beindiging van de arbeidsovereenkomst. Er was immers overeenstemming bereikt over de inhoud van de beindigingsovereenkomst.
H-grond: zieke werknemer en opzegverbod gedeeltelijke bedrijfssluiting
Uit artikel 7:670a lid 2 aanhef en onderdeel d BW volgt dat, onder meer, het opzegverbod tijdens ziekte niet van toepassing is indien de opzegging geschiedt wegens de beindiging van de werkzaamheden van de onderneming. Werkgever verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de zieke werknemer, nadat hij al het personeel heeft ontslagen en de huur van het pand heeft opgezegd. Werkgever gaat evenwel als zzper/eenmanszaak verder. Nu geen sprake is van beindiging van de gehele onderneming geldt de uitzondering op het opzegverbod niet en blijft het opzegverbod tijdens ziekte derhalve van toepassing. Naar het oordeel van de kantonrechter is in de onderhavige zaak sprake van zeer bijzondere omstandigheden. Ondanks het treffen van allerlei maatregelen heeft werkgever de winkel in 2016 moeten sluiten vanwege de slechte financile omstandigheden. Niet is gesteld of gebleken dat de ziekmelding van werkneemster in december 2015 dan wel haar arbeidsongeschiktheid tot op heden iets van doen hebben met het optreden van werkgever als werkgever, de financile situatie van de winkel en/of het besluit van werkgever de winkel te sluiten. De arbeidsovereenkomsten met al het andere personeel zijn geindigd. De huur van het pand waarin de winkel laatstelijk was gevestigd is beindigd. De kantonrechter is van oordeel dat de door werkgever aangevoerde grond voor ontslag niet onder een andere ontslaggrond valt. Werkgever had geen andere mogelijkheid dan ontbinding te verzoeken op de h-grond. Daarvoor is de h-grond ook als vangnetbepaling in de wet gekomen (AR 2017-0233).
Onvoldragen d-grond indien initiatief tot verbeterplan bij werknemer wordt gelegd
In AR 2017-0230 oordeelt de rechter dat van een voldragen d-grond geen sprake kan zijn, nu werkgeefster te lang het initiatief tot het opstellen van een verbeterplan bij werknemer heeft gelegd. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft werkgeefster onvoldoende feitelijk onderbouwd dat het gestelde disfunctioneren en de wijze waarop het verbetertraject is verlopen tot dusdanige verstoringen hebben geleid dat van een verstoorde arbeidsverhouding in de zin van de g-grond kan worden gesproken. Bovendien geldt dat als de verstoorde verhouding grotendeels is veroorzaakt of verergerd door de werkgever, dit in beginsel geen grond oplevert voor ontbinding. Van een werkgever mag namelijk voldoende inspanningen verwacht worden om de arbeidsverhouding weer goed te krijgen. Dat werkgeefster al vanaf het moment waarop zij van oordeel was dat werknemer disfunctioneerde, alle initiatieven tot verbetering van het functioneren bij werknemer legde en geen concrete begeleiding, coaching en/of (bij)scholing heeft aangeboden, geeft geen blijk van een streven om de verhoudingen ten goede te keren. Ook om die reden kan het ontbindingsverzoek niet op de g-grond worden toegewezen.
Premievrij pensioenopbouw in cao, geen gelijkwaardige regeling ex artikel 7:673b BW
NN verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een langdurige arbeidsongeschikte werknemer (IVA-uitkering). Partijen verschillen van mening over de vraag of werknemer recht heeft op de transitievergoeding van 77.000. In artikel 7:673b BW is bepaald dat bij cao afspraken kunnen worden gemaakt waardoor de wettelijke verplichting tot betaling van een transitievergoeding niet van toepassing is, mits de werknemer aanspraak kan maken op een gelijkwaardige voorziening. De premievrije opbouw van het pensioen van werknemer is in de bedrijfs-cao van NN aangemerkt als een gelijkwaardige voorziening in de zin van artikel 7:673b lid 1 BW en NN beroept zich hierop. De kantonrechter is van oordeel dat de in de cao aangewezen voorziening (premievrije opbouw pensioen) in deze zaak niet als gelijkwaardig in de zin van artikel 7:673b BW kan gelden. Dit volgt allereerst uit de wetsgeschiedenis bij deze bepaling. Daarin staat, zoals reeds aangegeven, dat de voorziening het equivalent moet zijn van hetgeen waarop een werknemer aanspraak kan maken. Dit duidt op gelijkwaardigheid voor de individuele werknemer en niet op een globale gelijkwaardigheid zoals NN blijkbaar stelt. Deze uitleg van het begrip gelijkwaardige voorziening blijkt voorts uit de opmerking van de minister over de mogelijkheid van aanvulling tot het niveau van een transitievergoeding waarop de werknemer aanspraak heeft, waarmee de som van alle afspraken als gelijkwaardige voorziening kan worden aangemerkt. De conclusie is dat NN aan werknemer een transitievergoeding is verschuldigd omdat in de cao van NN geen sprake is van een gelijkwaardige voorziening in de zin van artikel 7:673b BW (AR 2017-0232).
AR Poll
53% was het eens met de stelling: Minimumtarieven in caos voor zzpers moeten kunnen.
De nieuwe stelling luidt: Ik verwacht dat een volgende regering vergaande hervormingen op de arbeidsmarkt (inclusief het arbeidsrecht) zal doorvoeren.
Breng hier uw stem uit.
Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.
Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Ontslag op staande voet terecht. Dringende reden voor de inlener levert ook een dringende reden op voor het uitzendbureau. Onverwijldheid. 28-02-2017
- Gerechtshof Den Haag Ontslag op staande voet? Het geschil draait om de vraag of werkgever werkneemster heeft ontslagen naar aanleiding van een incident. Bewijsopdracht. 28-02-2017
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Ontbinding wegens verwijtbaar handelen toegewezen. Seksuele intimidatie vrouwelijke collega’s bewezen. Werknemer heeft aanspraak op doorbetaling van zijn volledige loon over de periode gelegen tussen het (vernietigde) ontslag op staande voet en de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. 23-02-2017
- Gerechtshof Den Haag Ontslag op staande voet terecht. Omstandigheden waarvan werkgever niet op de hoogte is en ook niet hoeft te zijn, hoeft hij niet bij beslissing om ontslag te verlenen te betrekken. 21-02-2017
- Gerechtshof Den Haag Geen kennelijk onredelijk ontslag. Dat er ten tijde van de ontslagvergunningsaanvraag een concrete fusie-intentie bij werkgever bestond, leidt er niet toe dat de opzegging op grond van een valse of voorgewende reden is gedaan. Gevolgencriterium. 22-11-2016
Rechtbank
- Rechtbank Gelderland Toewijzing ontbindingsverzoek voor zieke werknemer op h-grond, ondanks het geldende opzegverbod tijdens ziekte in verband met niet-volledige beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming. Sprake van zeer bijzondere omstandigheden. 28-02-2017
- Rechtbank Noord-Nederland Ontslag op staande voet wegens (onder meer) het delen van vertrouwelijke informatie met vakbond niet rechtsgeldig wegens het niet voldoen aan onverwijldheidseis. Werkgever wordt veroordeeld tot nakoming vaststellingsovereenkomst en tot betaling van een schadevergoeding naar billijkheid (ex art. 7:611 BW) van € 5000. 28-02-2017
- Rechtbank Amsterdam Aftoppingsregeling in sociaal plan ABN AMRO voor werknemers die de vroegpensioenleeftijd (62-jarige leeftijd) hebben bereikt, is in strijd met de WGBL. Werknemer kan geen aanspraak maken op de in het sociaal plan gegeven (75% van de) stimuleringspremie, voor zover die meer bedraagt dan zijn volledige inkomensderving tot aan zijn AOW-gerechtigde leeftijd, vermeerderd met de pensioenschade. 24-02-2017
- Rechtbank Rotterdam Rechtbank oordeelt dat de finale kwijting in de vaststellingsovereenkomst – ter beëindiging van het dienstverband van de statutair directeur – niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Werknemer kan conform de vaststellingsovereenkomst zijn toegekende optierechten niet meer uitoefenen na einde dienstverband. 22-02-2017
- Rechtbank Oost-Brabant Veroordeling werkgever tot betaling aanzegvergoeding. Vervangen van aanzegvergoeding door loon over één maand (verschuldigd uit hoofde van een nieuwe arbeidsovereenkomst voor één maand, onder vrijstelling van arbeid) niet toegestaan. Bewijslastverdeling (ontvangsttheorie) en toetsing aan de inhoud van de (vermeende) schriftelijke aanzegging. 21-02-2017
- Rechtbank Rotterdam Ontslag op staande voet wegens meenemen gereedschapstrolley rechtsgeldig. Feiten en omstandigheden wijzen eerder op diefstal dan op verrassen van twee collega’s. 20-02-2017
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Schriftelijkheidsvereiste van artikel 7:670b BW gaat niet zover dat de bedenktijd pas gaat lopen na ondertekening door partijen van de vaststellingsovereenkomst. Geen vernietiging vaststellingsovereenkomst. 15-02-2017
- Rechtbank Midden-Nederland Na onenigheid over de plaats van re-integratie, past werkgever loonsanctie toe op zieke werknemer. Psychische klachten van werknemer zijn echter van dien aard, dat niet gezegd kan worden dat werknemer niet aan re-integratieverplichtingen voldoet. Toepassing loonsanctie onterecht. 15-02-2017
- Rechtbank Gelderland Voor toepassing overbruggingsregeling transitievergoeding (zelfstandig tegenverzoek) geldt (ook) vervaltermijn van drie maanden na einde arbeidsovereenkomst. Aanhouding zaak. 14-02-2017
- Rechtbank Rotterdam Ontbinding arbeidsovereenkomst zorgcoördinator wegens grensoverschrijdend gedrag jegens vrouwelijke studenten. Ernstig verwijtbaar handelen. 13-02-2017
- Rechtbank Gelderland Ontbinding arbeidsovereenkomst op grond van langdurige arbeidsongeschiktheid. De in de bedrijfs-cao opgenomen premievrije opbouw van het pensioen is niet als gelijkwaardige voorziening ex artikel 7:673b BW aangemerkt. Werknemer heeft daarom recht op een transitievergoeding van € 77.000. 08-02-2017
- Rechtbank Midden-Nederland Bij het vermeende disfunctioneren van werknemer heeft werkgeefster de nadruk te veel en te lang gelegd op het eigen initiatief van werknemer. Werkgeefster heeft daarnaast niet aannemelijk gemaakt dat de arbeidsverhouding dusdanig is verstoord dat dit een ontbindingsgrond oplevert. Werkgeversverzoek op d- en g-grond afgewezen. 19-01-2017
- Rechtbank Midden-Nederland Wat de exacte toedracht van een ongeval op het werk is geweest of wat de oorzaak daarvan was, is voor het antwoord op de vraag of werkgever aansprakelijk is niet van belang. Aanhouding zaak voor bewijslevering. 18-01-2017
Centrale Raad van Beroep
- Centrale Raad van Beroep Faillissementsuitkering. Bonus komt niet voor vergoeding in aanmerking, nu deze is toe te rekenen aan het jaar 2013 en de referteperiode (waarover het loon door UWV wordt overgenomen) loopt van 24 mei 2014 tot en met 31 augustus 2014. 22-02-2017
- Centrale Raad van Beroep Toepassing artikel 39a WAO. WAO-uitkering van appellant komt niet voor verhoging in aanmerking, nu de toegenomen arbeidsongeschiktheid (als gevolg van hartinfarct) niet voortkomt uit dezelfde oorzaak als die waarvoor appellant reeds uitkering ontvangt (onder meer obesitas). 17-02-2017
- Centrale Raad van Beroep Geen sprake van nawerking, aangezien werknemer niet arbeidsongeschikt was in de periode dat hij ZW-verzekerd was. Dat werknemer drager was van een gen dat een bepaalde ziekte veroorzaakt, maakt dat niet anders. 15-02-2017
- Centrale Raad van Beroep De verzekeringsarts heeft de mogelijkheid om in het individuele geval af te wijken van de lijst van beperkingen dan wel aanvullende beperkingen te formuleren, zowel op de FML als in de verzekeringsgeneeskundige rapporten. 03-02-2017
- Centrale Raad van Beroep Indien werkneemster een bemiddelinggesprek weigert, voldoet werkgeefster niet aan de re-integratieverplichting indien zij vervolgens geen verdere re-integratiepoging onderneemt maar besluit de arbeidsovereenkomst te ontbinden. 01-02-2017