Update
AR Annotatie: Informatieplicht van ondernemingsraad versus vakbonden bij reorganisatie
Graag wijs ik u op de nieuwe annotatie van Loe Sprengers bij AR 2017-0109. In deze noot staat hij stil bij de vraag in hoeverre de ondernemingsraad is gehouden informatie te verstrekken aan vakbonden bij reorganisaties. Hij schetst de verschillende posities die vakbonden en medezeggenschapsorganen innemen en in hoeverre ze elkaar aanvullen. Sprengers beschrijft verschillende (wettelijke) regelingen waaruit informatieverplichtingen voortvloeien en hoe elke regeling zich verhoudt tot vakbondsbelangen, alsmede geheimhoudingsverplichtingen. Een goede communicatie over hetgeen door de ondernemingsraad besproken en besloten wordt in het belang van de binnen de onderneming werkzame personen is vanzelfsprekend. Vakbonden als belangenbehartigers van hun leden, zowel in het collectief overleg als op individueel niveau, hebben in die hoedanigheid er ook een belang bij om goed genformeerd te worden door de ondernemingsraad. Het zou goed zijn om dit terra incognita verdergaand te regelen. Dat kan in het OR-reglement, in het SER-voorbeeldreglement en/of in de wetgeving verankerd worden, aldus de auteur. Klik hier om de noot te lezen.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.
Toch geen prejudicile vraag aan Hoge Raad over AOW en transitievergoeding
In AR 2017-0130 heeft het hof het voornemen uitgesproken prejudicile vragen te stellen aan de Hoge Raad over de uitsluiting van AOW-gerechtigden met betrekking tot de transitievergoeding (art. 7:673 lid 7 aanhef en onderdeel b BW) en de (on)verenigbaarheid met Richtlijn 2000/78/EG. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de voorgestelde vragen. Partijen zijn tot een minnelijke regeling gekomen. Het hoger beroep is ingetrokken. Het voorgaande heeft tot gevolg dat het hof op processuele gronden niet meer toekomt aan een (nadere) inhoudelijke beoordeling van de zaak en dat werknemer in zijn hoger beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard (AR 2017-0271).
Nietigheid concurrentiebeding en artikel 9a Waadi: alleen bij echte uitzending
In AR 2017-0253 wordt een beroep gedaan op artikel 9a Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) (inlenersbelemmeringsverbod). Het meest verstrekkende verweer van werknemer is dat het non-concurrentiebeding nietig is op grond van artikel 9a lid 2 Waadi. Voornoemd artikel vormt een implementatie van artikel 6 lid 2 van de Uitzendrichtlijn. Uit de definitie van het begrip uitzendbureau in de Uitzendrichtlijn volgt, aldus de rechter, dat de richtlijn ziet op situaties dat personeel in dienst wordt genomen teneinde dit personeel uit te lenen. Daaronder valt niet zonder meer de situatie dat een bedrijf zelf opdrachten uitvoert en in het kader van een opdracht af en toe personeel ter beschikking stelt van derden teneinde opdrachten uit te voeren. De voorzieningenrechter ziet aanleiding om te veronderstellen dat werkgever geen uitzendbureau in de zin van de Uitzendrichtlijn is. Er is onvoldoende aanknopingspunt voor de gedachte dat werknemer, die al zestien jaar krachtens een vaste arbeidsovereenkomst bij werkgever in dienst is, specifiek in dienst is genomen teneinde te worden uitgeleend aan andere bedrijven.
Werkrooster is geen arbeidsvoorwaarde
In AR 2017-0268 staat de vraag centraal of het werken volgens een bepaald rooster een arbeidsvoorwaarde is. Voor werkneemster in kwestie kwamen de twee halve dagen in verband met zorg van kinderen thuis en afstemming werk met partner heel goed uit. De rechter oordeelt dat van een arbeidsvoorwaarde evenwel geen sprake is. De functie van teamleidster vereist bovendien flexibiliteit. Stoof/Mammoet heeft niet te gelden als toetscriterium; artikel 7:611 BW wel.
Opvolgend werkgeverschap naar Van Tuinen-criteria ondanks onmiddellijke werking WWZ
In AR 2017-0278 oordeelt het Hof Den Bosch over de vraag of voor de vraag naar de berekening van de transitievergoeding en onregelmatige opzeggingsvergoeding opvolgend werkgeverschap nieuwe stijl of oude stijl van toepassing is, indien de doorstart voor de WWZ heeft plaatsgevonden. Hoewel volgens het hof de WWZ onmiddellijke werking heeft, zou toepassing van de nieuwe criteria leiden tot onbedoelde terugwerkende kracht. Het hof: onmiddellijke werking wil zeggen dat het nieuwe recht terstond van toepassing is op dat wat ten tijde van de inwerkingtreding bestaat en op hetgeen zich na inwerkingtreding voordoet (vgl. Parlementaire geschiedenis BW Inv. 3, 5 en 6 Overgangsrecht 1991, p. 36 (nr. 4), M.v.A. II Inv., W.H.M. Reehuis en E.E. Slob, ten aanzien van artikel 68a). Voor de onderhavige situatie betekent het voorgaande dat indien X Automatisering ten tijde van de inwerkingtreding van de Wet werk en zekerheid redelijkerwijs geacht moet worden opvolgend werkgever voor werkneemster te zijn, de gevolgen die de Wet werk en zekerheid aan dit zijn van opvolgend werkgever verbindt, tenzij (bij overgangsrecht) anders is bepaald, wel onmiddellijk van toepassing zijn op X Automatisering. De vraag of X Automatisering op het moment van inwerkingtreding redelijkerwijs geacht moet worden jegens werkneemster opvolgend werkgever te zijn dient evenwel te worden beantwoord op basis van het recht dat gold vr de inwerkingtreding van de Wet werk en zekerheid. Aan het huidige criterium (dat wil zeggen het criterium onder de Wet werk en zekerheid) op grond waarvan werkgevers ten aanzien van de verrichte arbeid redelijkerwijze geacht moeten worden elkaars opvolger te zijn, zoals bepaald in artikel 7:668a BW lid 2, is immers geen terugwerkende kracht verleend.
Geen arbeidsovereenkomst ondanks aanbod en aanvaarding: cao stelt nadere eisen
In AR 2017-0280 oordeelt het hof dat hoewel aan alle elementen van artikel 7:610 BW is voldaan, geen sprake is van een arbeidsovereenkomst omdat de CAO PO nadere voorwaarden stelt voor het moment waarop de arbeidsovereenkomst ontstaat (aanvang werkzaamheden). Dergelijke aanvullende voorwaarden over het moment waarop de overeenkomst ontstaat, zijn niet in strijd met artikel 7:610 BW en passen bij een flexpool waarvan de werknemer deel uitmaakte.
AR Poll
Twee derde is het eens met de stelling: Ik verwacht dat een volgende regering vergaande hervormingen op de arbeidsmarkt (inclusief het arbeidsrecht) zal doorvoeren.
De nieuwe stelling luidt: De vakbonden dienen recht te hebben op alle informatie waarover een OR beschikt. Breng hier uw stem uit.
Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.
Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen en veel wijsheid bij het uitbrengen van uw verkiezingsstem.
Met vriendelijke groet,
Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad Weigering afgifte integriteitsverklaring oud-werkgever (ABN AMRO) leidt niet tot schadevergoeding aan werknemer. 10-03-2017
- Hoge Raad Niet verwijzen naar passage in grieven levert een beroepsfout op in 658-zaak, maar geen schadevergoeding wegens ontbreken causaliteit ‘fout’ en ‘gevolg’. 10-03-2017
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Hoger beroep in zaak waarin het hof voornemens was prejudiciële vragen aan de Hoge Raad voor te leggen over richtlijnconformiteit uitsluiting AOW-leeftijd met EU-recht is ingetrokken. 09-03-2017
- Gerechtshof Den Haag Ontbinding arbeidsovereenkomst op verzoek van werknemer – onder toekenning van een billijke vergoeding aan werknemer na een dubbele vernietiging van ontslag op staande voet – houdt stand. 07-03-2017
- Gerechtshof Den Haag Uitleg cao-bepaling. De taalkundige uitleg van de bepaling brengt mee dat van de transitievergoeding zijn uitgezonderd alle werknemers van wie het dienstverband wordt beëindigd wegens arbeidsongeschiktheid. Als bedoeld zou zijn hiervoor een uitzondering aan te nemen voor arbeidsongeschikten met een IVA-uitkering, dan zou dat in de cao zijn opgenomen. 07-03-2017
- Gerechtshof Den Haag Hof heeft geen rechtsmacht wegens eigen rechtsgang voor individuele werknemers internationaal publiekrechtelijke rechtspersoon (verwijzing EOO-arrest). 07-03-2017
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Geen doorbrekingsgronden van het appelverbod. De kantonrechter heeft het verzoek tot het houden van een getuigenverhoor afgewezen omdat de werknemer de pest- en roddelcampagne onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. Dit levert geen schending van hoor en wederhoor op. 03-03-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Opvolgend werkgeverschap naar criteria Van Tuinen ‘wegens onmiddellijke werking’ WWZ. 02-03-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Uitleg MKB-regeling (art. 8 UWV Ontslagprocedure en 24 Ontslagregeling): tijdstip bepaling refertejaar (voor aanpassing bij nadere regeling 2016). 02-03-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Erkenning eerdere datum opzegging werkgever door werknemer leidt tot aanvang vervaltermijn werknemer ondanks later daterende ontslagbrief. 02-03-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Voldragen d-grond: verbetertraject 1,5 jaar ruim voldoende. 02-03-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch CAO PO mag nadere eisen stellen aan aanvangsmoment arbeidsovereenkomst bij flexpool. Aanbod en aanvaarding leiden niet tot arbeidsovereenkomst, aanvang werkzaamheden wel. 28-02-2017
- Gerechtshof Den Haag Schorsing concurrentiebeding. Werkgever heeft nagelaten in arbeidsovereenkomst duidelijk te omschrijven wat de werkzaamheden van werknemer waren en wat dus onder het bereik van het concurrentiebeding viel. Onbillijke benadeling werknemer. 27-12-2016
- Gerechtshof Den Haag Ontslag op staande voet onterecht. Niet is komen vast te staan dat sprake was van bewuste misleiding en/of bewust foutief informeren. Ook geen sprake van verwijtbaar handelen. Toekenning billijke vergoeding. 29-11-2016
Rechtbank
- Rechtbank Gelderland Opzegging in strijd met artikel 7:671 BW. Werknemer handelt ernstig verwijtbaar door, ondanks waarschuwingen, geen beschermingsmiddelen te dragen. Geen transitievergoeding. Billijke vergoeding van één maandsalaris te vermeerderen met de pensioenschade. 08-03-2017
- Rechtbank Noord-Nederland Nu buitengerechtelijke vernietiging ontslag op staande voet niet (meer) mogelijk is, is werkneemster vanwege verstrijken vervaltermijn niet-ontvankelijk in haar verzoek. 08-03-2017
- Rechtbank Limburg Kort geding. Sprake van overgang van onderneming. Schoonmaakster werkte voorafgaand aan arbeidsongeschiktheid en tijdens re-integratieperiode uitsluitend op het (later overgenomen) project. De band tussen werkneemster en het project bestond derhalve ten tijde van de overgang nog steeds. 06-03-2017
- Rechtbank Limburg Werkgeefster is maandloon verschuldigd wegens niet voldoen aan aanzegverplichting. Dat werknemer een arbeidsovereenkomst is aangeboden, ontslaat werkgeefster niet van aanzegverplichting. 06-03-2017
- Rechtbank Amsterdam Overgang van onderneming. Afwijzing ontbindingsverzoek van werknemer, omdat geen aanmerkelijke wijziging van de arbeidsvoorwaarden ten nadele van de werknemer wordt vastgesteld. 06-03-2017
- Rechtbank Limburg Is werkgever gerechtigd om de in de laatste cao opgenomen afbouwregeling van de individuele toeslag bij werknemer toe te passen? 01-03-2017
- Rechtbank Midden-Nederland Beroep werkgever op verrekening van loonvordering met gefixeerde schadevergoeding verworpen. Voor geslaagd beroep op verrekening is vereist dat werkgever binnen vervaltermijn van artikel 7:686a lid 4 onderdeel a BW een verrekeningsverklaring aan werknemer doet toekomen. 01-03-2017
- Rechtbank Midden-Nederland Werkgeefster als gevolg van verstrijken vervaltermijn niet ontvankelijk in verzoek tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding. 01-03-2017
- Rechtbank Limburg Opvolgend werkgeverschap door werkzaamheden voor twee uitzendbureaus, waardoor een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan. Spoorwissel ten aanzien van nevenvorderingen. 24-02-2017
- Rechtbank Limburg Afwijzing ontbindingsverzoek werkgever. Het verwijt dat werkneemster gegevens van vertrouwelijke aard aan derden heeft verstrekt treft geen doel en de verstoorde arbeidsrelatie vindt geen objectieve rechtvaardiging in de gedragingen van werkneemster. Toewijzing tegenverzoek tot betaling achterstallig loon gelijk aan het overeengekomen garantieloon. 24-02-2017
- Rechtbank Limburg Werkgever is, gelet op datum indiensttreding werkneemster, transitievergoeding van € 42.384,01 bruto verschuldigd. Tegenverzoeken werkgever vinden geen grondslag in een artikel dat bij of krachtens afdeling 9 van titel 7.10 BW is bepaald (art. 7:686a lid 3 BW), met niet-ontvankelijkheid tot gevolg. 23-02-2017
- Rechtbank Limburg Werknemer is onvindbaar en reageert niet op berichten en uitnodigingen van werkgever. Ontbinding arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op basis van de h-grond. 23-02-2017
- Rechtbank Midden-Nederland Uitzondering op strikte handhaving vervaltermijn (art. 7:686a BW) gerechtvaardigd. Niet ingrijpen bij zwartmakerij en teamoverleg dat uitmondt in een ‘volksgericht’ waarin werkneemster is afgebrand, levert ernstig verwijtbaar handelen werkgeefster op. Billijke vergoeding € 40.000. 22-02-2017
- Rechtbank Overijssel Ontslag niet rechtsgeldig, nu (onder meer) geen sprake is van een dringende reden of toestemming UWV/instemming werknemer. Werknemer maakt terecht aanspraak op loon tot einde dienstverband. Overlegging deskundigenverklaring kan in redelijkheid niet van werknemer worden gevergd. 13-02-2017
- Rechtbank Gelderland Geen nietigheid concurrentiebeding op grond van artikel 9a Waadi. Geen sprake van ‘uitzendkracht’ en ‘uitzendbureau’ in de zin van de Uitzendrichtlijn. Gedeeltelijke schorsing concurrentiebeding, gelet op specialistische kennis/kans op werkloosheid werknemer. 07-02-2017
Centrale Raad van Beroep
- Centrale Raad van Beroep Geen sprake van arbeidsongeschiktheid. Beroep op vertrouwensbeginsel faalt. Het moest appellant duidelijk zijn dat een beoordeling door een arts noodzakelijk was alvorens over zijn recht op ZW-uitkering zou kunnen worden beslist. 01-03-2017
- Centrale Raad van Beroep UWV legt ten onrechte loonsanctie op. Voldoende re-integratie-inspanningen tweede spoor. De periodieke re-integratievoortgang werd bewaakt, de medische situatie zoals vastgesteld door de bedrijfsarts was leidend, er werden regelmatig vacatures gezocht en concrete sollicitaties werden verricht. 01-03-2017
- Centrale Raad van Beroep Appellant heeft geen recht op een ZW-uitkering. Er is sprake geweest van zorgvuldig verricht medisch onderzoek. Aan het besluit van UWV waarin wordt vastgesteld dat appellant onder de doelgroep van de banenafspraak (Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten) valt, komt geen doorslaggevende betekenis toe. 22-02-2017
- Centrale Raad van Beroep Werkgever heeft in redelijkheid kunnen komen tot de verrichte re-integratie-inspanningen, zodat UWV de aanvankelijk opgelegde loonsanctie terecht heeft bekort. 22-02-2017
- Centrale Raad van Beroep Het ontvangen van een marginale stagevergoeding die niet opzettelijk is verzwegen vormt geen dringende reden om van terugvordering van de WW-uitkering af te zien. 22-02-2017
Uitspraken zonder ECLI
- Rechtbank Noord-Holland Albert Heijn is op grond van protocol behorende bij cao 2010-2012 niet gehouden uitzendkrachten een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan te bieden. Stelsel cao-recht verzet zich tegen de werking van een derdenbeding. Rechtsverwerking. 2017-02-16
- Rechtbank Noord-Holland Afspraak dat werkneemster twee halve dagen werkt is niet aan te merken als arbeidsvoorwaarde. Werkgever heeft afspraken op goede gronden eenzijdig kunnen wijzigen. Artikel 7:611 BW. Belang werkneemster (problemen met opvang van kinderen) ondergeschikt aan belang werkgever. 2017-02-10
- Rechtbank Den Haag Werkgever is uitzendonderneming in de zin van de CAO voor Uitzendkrachten. Sprake van een constructie waarbij op gekunstelde wijze wordt getracht buiten het bereik van de cao’s te blijven, terwijl uit de feitelijke situatie volgt dat sprake is van uitzendwerk. Veroordeling werkgever tot naleving cao’s. 2017-02-28
- Rechtbank Den Haag Afwijzing ontbindingsverzoek op grond van disfunctioneren en verstoorde arbeidsverhouding, nu werknemer onvoldoende tijd heeft gehad zijn functioneren te verbeteren. 2017-02-21
- Rechtbank Den Haag Er is sprake van overgang van onderneming, waardoor het ontslag op staande voet (feitelijk) is gegeven door de verkrijger. Voor het tijdstip van overgang wordt uitgegaan van de datum van inschrijving van de verkrijger in het handelsregister. Ontslag op staande voet onterecht. Toekenning billijke vergoeding. 2017-03-07