Naar boven ↑

Update

Nummer 26, 2017
Uitspraken van 20-06-2017 tot 26-06-2017
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

FNV/Smallsteps: bescherming gewaarborgd in artikel 3 en 4 Richtlijn overgang van onderneming blijven van toepassing na pre-pack
In AR 2017-0775 oordeelt het Hof van Justitie EU op de prejudicile vragen in de Smallsteps-zaak, dat Richtlijn 2001/23, en met name artikel 5 lid 1 ervan, aldus moet worden uitgelegd dat de door de artikelen 3 en 4 van die richtlijn gegarandeerde bescherming van werknemers behouden blijft in een situatie zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, waarin de overgang van een onderneming plaatsvindt na een faillietverklaring in de context van een vr de faillietverklaring voorbereide en onmiddellijk daarna uitgevoerde pre-pack, in het kader waarvan een door een rechtbank aangestelde beoogd curator met name de mogelijkheden onderzoekt van een eventuele voortzetting van de activiteiten van die onderneming door een derde en zich voorbereidt op handelingen die onmiddellijk na de faillietverklaring moeten worden verricht teneinde die voortzetting te verwezenlijken. In dat verband is niet relevant dat de pre-pack tevens de maximalisatie van de opbrengst van de overdracht voor alle schuldeisers van die onderneming beoogt. Het doel van de faillietverklaring speelt een grote rol: is de procedure gent op liquidatie of continuteit. In het laatste geval gelden de beschermende bepalingen uit de richtlijn onverkort.
Waarschijnlijk zal nu in de nationale procedure de vraag aan de orde komen in hoeverre deze uitspraak doorwerkt in het nationale recht. Met andere woorden, in hoeverre artikel 7:666 BW richtlijnconform is uit te leggen. Inspiratie zal ongetwijfeld worden opgedaan in het Albron-arrest van de Hoge Raad.

Artikel 96 Rv: inzetbaarheidskosten die in mindering kunnen worden gebracht op de transitievergoeding
In AR 2017-0752 wordt door partijen aan de rechter ex artikel 96 Rv gevraagd een oordeel te geven over de (on)toelaatbaarheid van bepaalde zogenoemde inzetbaarheidskosten in mindering op de transitievergoeding. In het bijzonder is de vraag aan de orde of een managementopleiding tot zogenoemde inzetbaarheid leidt. De kantonrechter oordeelt dat inzetbaarheid in ruime en in enge zin onderscheiden moeten worden. De inzetbaarheid in ruime zin (verbreding ook ten aanzien van eigen werk) kan onder omstandigheden (leer/werktrajecten) in mindering komen op de transitievergoeding. In casu voldeed het managementtraject hier niet aan. De uitspraak geeft een mooi overzicht van het besluit, de toelichtingen en de interpretatie.

Opzegverbod wegens ziekte bij ontbindingsverzoek na afwijzing UWV herkrijgt waarde
In AR 2017-0771 oordeelt het hof dat voor het antwoord op de vraag of het opzegverbod wegens ziekte aan het ontbindingsverzoek in de weg staat, bepalend is of werknemer reeds ziek was op het moment van ontvangst van het ontbindingsverzoek door de kantonrechter en niet zoals in casu het geval was het moment waarop het verzoek om een ontslagvergunning door het UWV was ontvangen. Werknemer had zich kort na ontslagaanvraag UWV ziek gemeld. Het UWV wees het verzoek af wegens onvoldoende bewijs dat sprake was van een bedrijfseconomische noodzaak. De kantonrechter oordeelde dat die noodzaak er wel was en werknemer zich niet op het opzegverbod kon beroepen nu de ontslagaanvraag reeds voor de ziekmelding door UWV was ontvangen. Het hof oordeelt anders en veroordeelt de werkgever de arbeidsovereenkomst te herstellen, nu ontbinding op de a-grond tijdens het opzegverbod wegens ziekte niet mogelijk is.

Schending informatieplicht over inhoud sociaal plan leidt tot schadevergoeding
In AR 2017-0783 oordeelt het hof dat een werkgever zijn inspanningsverplichting en aanbiedingsplicht uit het sociaal plan niet is nagekomen en bijgevolg de schade die werkneemster heeft geleden moet vergoeden. In het sociaal plan was onder meer bepaald dat werkgever met werkneemster een mobiliteitsgesprek voert en zo veel mogelijk probeert met wederzijds goedvinden uit elkaar te gaan. Daarbij kan de werknemer kiezen uit verschillende modaliteiten waarbij een vergoeding van zes maandsalarissen het vertrekpunt is. In casu had werkgever werkneemster niet goed genformeerd over de inhoud van het sociaal plan en evenmin het genoemde mobiliteitsgesprek gevoerd en de daarmee samenhangende vertrekregelingen aangeboden. Deze schending van het sociaal plan en het goed werkgeverschap leidt, aldus het hof, tot schadevergoeding. Daarbij wordt een inschatting gemaakt van de kansen dat werkneemster het aanbod van zes maanden zou hebben aanvaard. Omdat werkneemster aanvankelijk nog ziek was, lag aanvaarding vanwege de benadelingshandeling Ziektewet niet voor de hand de eerste maand. De resterende periode dient wel te worden vergoed.

AR Poll
Ruim 94% is het eens met de stelling: Herplaatsing binnen concern dient zich enkel uit te strekken tot onderdelen waarover de werkgever daadwerkelijk zeggenschap heeft.
De nieuwe stelling luidt: De rechter kan artikel 7:666 BW richtlijnconform interpreteren, zonder contra legem te gaan. Breng hier uw stem uit.

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates

Hof van Justitie van de Europese Unie

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Centrale Raad van Beroep