AR Annotatie: regeling inzake de vergoeding van de kosten van door de clintenraad gestarte rechtsgedingen
Graag wijs ik u op de nieuwe annotatie van Gerdien van der Voet bij het arrest van de Hoge Raad inzake de vergoeding van kosten voor het starten van rechtsgedingen door clintenraden (AR 2017-0827). Van der Voet bespreekt de regeling inzake de vergoeding van de kosten van rechtsgedingen in de Wet medezeggenschap clinten zorginstellingen (Wmcz) en gaat vervolgens in op de uitspraak van de Hoge Raad. Zij wijst op een aantal nog openstaande vragen die ook met de mogelijke wetswijziging ter zake niet geheel worden opgelost. Op onderdelen vindt een vergelijking met de WOR plaats. Een absolute must read voor eenieder die zich met medezeggenschap bezighoudt. Klik hier om de noot te lezen.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Ontslag op staande voet van chauffeuse die ondanks goede bedoelingen rolstoelpassagiers in strijd met bedrijfsregels vervoert
In AR 2017-982 wordt het vernietigingsverzoek van werkneemster afgewezen, omdat het tot twee keer toe op onjuiste wijze vervoeren van rolstoelpassagiers een rechtsgeldig ontslag op staande voet oplevert. Dat werkneemster besloot een tweede rolstoelpassagier mee te nemen zonder dat daarvoor bevestiging mogelijk was in de auto, omdat deze persoon anders 45 minuten moest wachten, doet aan de dringendheid van de reden niet af. Ondanks de goede bedoelingen heeft werkneemster gedurende haar korte dienstverband meermalen de bedrijfsregels overtreden.

Vergoeding voor onregelmatige opzegging in mindering op billijke vergoeding (Hairstyle)
In AR 2017-983 oordeelt de kantonrechter dat het ontslag op staande voet van werkneemster niet rechtsgeldig is. Omdat het bedrijf op korte termijn zou ophouden te bestaan wordt het gemis aan loon bepaald op drie maanden. Daar komt vervolgens een periode van werkloosheid bij. Het geheel bedraagt volgens de kantonrechter 5450. Op dit bedrag wordt in mindering gebracht de vergoeding uit hoofde van artikel 7:672 lid 10 BW (onregelmatige opzegging), omdat dit eveneens het gemis aan loon over de regelmatige opzeggingsperiode compenseert.

Hoge billijke vergoeding ( 75.000) wegens veroorzaken verstoorde arbeidsrelatie
In AR 2017-1003 oordeelt de rechter dat naast de transitievergoeding van ruim 50.000 een additionele billijke vergoeding is verschuldigd van 75.000. Nu onvoldoende vaststaat dat werknemer heeft gefraudeerd met tandwielen heeft werkgever ten onrechte de non-actiefstelling van werknemer gehandhaafd, aldus de kantonrechter. Hierdoor is bij zijn collegas het beeld in stand gehouden dat werknemer schuldig was aan fraude en is herstel van een (eventueel ontstane) vertrouwensbreuk onmogelijk gemaakt. Dit maakt het handelen van de werkgever ernstig verwijtbaar.

Geen doorstart maar overgang van onderneming, wegens oogmerk van continuteit (in plaats van liquidatie)
In AR 2017-1007 oordeelt het hof over de vraag of sprake is van een overgang van onderneming. Het hof leidt uit de over en weer raadpleging en informatieverstrekking van partijen af dat er sprake moet zijn geweest van een overeenkomst die tot een overgang van werkzaamheden heeft geleid. Dat in dit geval een zekere analogie van artikel 7:666 BW op haar plaats is, omdat de vervreemder wegens bedrijfseconomische redenen ophoudt te bestaan, faalt. De overname is gericht op continuteit van de werkzaamheden, aldus het hof.

Onvrijwillige overplaatsing docent is eenzijdige wijziging van arbeidsvoorwaarden
In AR 2017-1002 oordeelt de kantonrechter over een onvrijwillige overplaatsing van een docent van locatie A naar B, omdat op A een onwerkbare situatie is ontstaan tussen de docent en de directeur van A. Al met al heeft werkgever naar voorlopig oordeel niet aannemelijk gemaakt dat de terugkeer van werknemer naar zijn oude functie dusdanige problemen oplevert, dat van werkgever niet gevergd kan worden hem in die functie terug te plaatsen. Het zwaarwegend belang aan de zijde van werkgever ontbreekt, terwijl het belang van werknemer zonder meer vast staat. Onder andere wordt meegewogen dat vast staat dat de directeur zijn huidige functie per 1 september 2017 zal neerleggen. Voorshands wordt geoordeeld dat daarmee het argument van werkgever dat de verhoudingen tussen de directeur en werknemer verstoord zijn geen gewicht meer in de schaal kan leggen. De formatieve bezwaren van werkgever zijn weliswaar invoelbaar, doch juridisch gezien wegen deze niet mee. Terecht heeft werknemer er namelijk op gewezen dat het overplaatsingsbesluit formeel nog niet is getoetst door de Commissie van Beroep funderend onderwijs of door de bodemrechter. Dat heeft tot gevolg dat bij de thans aan de orde zijnde omstandigheden het uitgangspunt moet zijn dat de functie van werknemer de facto de functie van LB docent rekenen/wiskunde aan het A is, met alle gevolgen van dien. Dat betekent dat aan de hand van het afspiegelingsbeginsel beoordeeld zal moeten worden aan welke docent lesuren moeten worden toebedeeld.

AR Poll
40% is het eens met de stelling: De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is de nieuwe norm.
De nieuwe stelling luidt: Ik verwacht dat het komende kabinet het ontslagrecht (op onderdelen) gaat wijzigen. Breng hier uw stem uit.

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest mij nog u een bijzonder fijne dag (en wellicht nog vakantie) toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates