Naar boven ↑

Update

Nummer 39, 2017
Uitspraken van 19-09-2017 tot 25-09-2017
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

HvJ EU: eenzijdige loonsverlaging onder dreiging van ontslag leidt tot informatie en consultatie WMCO
In AR 2017-1157 en AR 2017-1158 oordeelt het Hof van Justitie EU over de vraag of een voorwaardelijke opzegging voor het geval een werknemer niet instemt met loonsverlaging leidt tot een WMCO-procedure. De vraag was relevant omdat een deel van de werknemers wel instemde met het de loonsverlaging, waardoor het resterende deel van het personeel dat met ontslag werd geconfronteerd onder het getalscriterium dreigde te zakken. Het Hof oordeelt evenwel dat ook een substantile wijziging van de arbeidsovereenkomst onder omstandigheden kwalificeert als ontslag in de zin van de richtlijn. Voor het antwoord op de vraag vanaf welk tijdstip de informatieverplichtingen gelden, verwijst het Hof naar het Akavan-arrest: de verplichtingen tot raadpleging en kennisgeving ontstaan vr een beslissing van de werkgever om de arbeidsovereenkomsten te beindigen en de verwezenlijking van de in artikel 2 lid 2 van Richtlijn 98/59 geformuleerde doelstelling het voorkomen of in aantal beperken van opzeggingen van arbeidsovereenkomsten zou in gevaar worden gebracht als de vertegenwoordigers van de werknemers na de beslissing van de werkgever zouden worden geraadpleegd.

Ontslag op staande voet wegens internetten: geen transitievergoeding
In AR 2017-1140 oordeelt de rechter dat werknemer terecht op staande voet is ontslagen vanwege internetgebruik. De werkgever heeft duidelijke instructies gegeven dat op geen enkel device internet tijdens werktijd is toegestaan. Hoewel eerder gewaarschuwd blijkt werknemer ruim een halfuur via de kassa op internet te surfen. Omdat werknemer meer dan een gewaarschuwd mens was, acht de kantonrechter sprake van ernstig verwijtbaar gedrag dat tot uitsluiting van de transitievergoeding leidt.

Persoonlijk levensfasebudget-uren geen verboden onderscheid WGBLA
In AR 2017-1131 oordeelt de rechter onder meer over de vraag of de werkgever zich terecht op het standpunt stelt dat de extra uren in de cao Ziekenhuizen aan oudere werknemers, in strijd is met de WGBLA. De kantonrechter is van oordeel dat, gelijk werkneemster heeft aangevoerd, het PLB geen op zichzelf staande seniorenregeling is, maar gezien moet worden in de bredere context als onderdeel van een levensfasebewust personeelsbeleid. De in het geding zijnde overgangsregeling kent weliswaar aan bepaalde leeftijdscategorien een afwijkend aantal PLB-uren toe, maar deze toegekende PLB-uren kunnen, zo volgt uit artikel 12.2.2 lid 2 cao 2014-2016, worden aangewend voor bestedingsdoelen in tijd en geven de werknemer de mogelijkheid een gespaard budget te gebruiken als zijn levensfase daartoe aanleiding geeft. Met de invoering van PLB-uren is beoogd de duurzame inzetbaarheid van de werknemer te bevorderen (aldus nog steeds lid 2 van voormeld artikel). Naar het oordeel van de kantonrechter is daarmee de overgangsregeling ingebed in een levensfasebewust personeelsbeleid en is het gemaakte onderscheid naar leeftijd objectief gerechtvaardigd. Over deze uren is overigens wel weer ORT verschuldigd.

Achteraf wijzigen van einddatum derde tijdelijke arbeidsovereenkomst is nietig
In AR 2017-1144 oordeelt de kantonrechter dat het achteraf op papier vastleggen van een andere einddatum van het derde contract, leidt tot een nietige overeenkomst (nadat de vernietiging is ingeroepen door werknemer wegens dwaling). Nu werknemer een vast contract opofferde voor een tijdelijke arbeidsovereenkomst, had het op de weg van werkgever gelegen werknemer daar uitdrukkelijk over te informeren. Nu dit achterwege is gebleven, is de arbeidsovereenkomst nietig en heeft werknemer een contract voor onbepaalde tijd.

Ontslag op staande voet rechtsgeldig; geen verrekening gefixeerde schadevergoeding met openstaande loon wegens vervaltermijn (art. 7:686a BW)
In AR 2017-1150 oordeelt de kantonrechter dat hoewel de werkgever werknemer terecht op staande voet heeft ontslagen vanwege het aanzetten van collegas tot diefstal van werkgever, hij niet gerechtigd is tot verrekening van gefixeerde schadevergoeding met het nog openstaande loon, nu werkgever te laat is de gefixeerde schadevergoeding te verzoeken (vervaltermijn van art. 7:686a BW).

AR Poll
50% is het eens met de stelling: Gefixeerde schadevergoeding dient in mindering te worden gebracht op de billijke vergoeding voor zover het gederfd loon betreft.
De nieuwe stelling luidt: Platformwerkers dienen wettelijke bescherming. Breng hier uw stem uit.
Zie voor meer achtergrond bij deze stelling dit platform.

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates

Hof van Justitie van de Europese Unie

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Centrale Raad van Beroep