Update
Regeerakkoord 2017: Gevolgen voor het arbeidsrecht
Vandaag is het regeerakkoord verschenen. Na ruim 200 dagen onderhandelen zijn de VVD, CDA, D66 en de ChristenUnie het eens geworden over de plannen voor de komende vier jaar. Wij hebben de belangrijkste veranderingen voor u in deze nieuwsbrief opgenomen. Uit de paragraaf arbeidsmarkt in het regeerakkoord volgt onder meer dat:
- Introductie van een cumulatiegrond in het ontslagrecht.
- Hier staat voor de werknemer tegenover dat de rechter een extra vergoeding kan toekennen van maximaal de helft van de transitievergoeding (bovenop de reeds bestaande transitievergoeding).
- Meer balans in de transitievergoeding.
- Ten eerste krijgen werknemers vanaf het begin van hun arbeidsovereenkomst recht op transitievergoeding in plaats van na twee jaar.
- Ten tweede gaat voor elk jaar in dienstverband de transitievergoeding een derde maandsalaris bedragen, ook voor contractduren langer dan 10 jaar. De overgangsregeling voor 50-plussers wordt gehandhaafd.
- De mogelijkheid wordt verruimd om scholingskosten in mindering te brengen op de transitievergoeding.
- Enkele scherpe randen aan de verplichting tot het betalen van een transitievergoeding, worden verlicht, vooral voor MKBers.
- Tijdelijke contracten voor tijdelijk werk.
- Voor opvolgende contracten gaat de teller op nul als tussen contracten een tussenpoos van zes maanden zit.
- Het uitgangspunt voor de tussenpoos blijft deze zes maanden. Er moet echter ruimte zijn om sectoraal af te wijken en de tussenpoos te verkorten als het werk daarom vraagt. Dit is reeds zo voor seizoensarbeid. Deze optie wordt verruimd naar ander terugkerend tijdelijk werk dat ten hoogste gedurende een periode van negen maanden kan worden verricht. De plek om hierover afspraken te maken is het overleg tussen sociale partners.
- De periode waarna elkaar opeenvolgende tijdelijke contracten overgaan in een contract voor onbepaalde tijd, wordt verlengd van twee naar drie jaar.
- De mogelijkheden voor een langere proeftijd worden verruimd om het aangaan van een contract voor onbepaalde tijd aantrekkelijker te maken voor werkgevers.
- Indien een werkgever direct (als eerste contract) een contract voor onbepaalde tijd aanbiedt, wordt de proeftijd verruimd naar vijf maanden. Voor meerjaarscontracten (meer dan 2 jaar) wordt de proeftijd drie maanden. In overige gevallen blijft de proeftijd zoals deze nu is.
- Payrolling als zodanig blijft mogelijk, maar wordt zo vormgegeven dat het een instrument is voor het ontzorgen van werkgevers en niet voor concurrentie op arbeidsvoorwaarden.
- Het kabinet komt met een wetsvoorstel waarin het soepeler arbeidsrechtelijk regime van de uitzendovereenkomst buiten toepassing wordt verklaard, werknemers qua (primaire en secundaire) arbeidsvoorwaarden ten minste gelijk moeten worden behandeld met werknemers bij de inlener, en de definitie van de uitzendovereenkomst ongemoeid blijft.
- Tevens gaat het kabinet payrolling fundamenteler bezien in het licht van het bij elkaar brengen van formeel en materieel werkgeverschap. Dat wil zeggen dat daarbij ook aanpassing van de definitie van de uitzendovereenkomst bespreekbaar is. Uitzendwerk en detachering als zodanig staan niet ter discussie.
- Het kabinet wil voorkomen dat bij nulurencontracten sprake is van permanente beschikbaarheid daar waar de aard van de werkzaamheden dat niet vereist. In veel sectoren zijn hier goede afspraken over gemaakt.
- Differentiatie van de WW-premie naar type contract.
- Momenteel is er sprake van premiedifferentiatie per sector; de lasten van de eerste zes maanden WW worden per sector omgeslagen. In plaats van deze sectorale differentiatie kan gekozen worden voor een vormgeving over de eerste zes maanden WW waarbij contracten voor onbepaalde duur een lager premiepercentage toegerekend krijgen dan contracten voor bepaalde tijd.
- Verlichting van de verplichtingen voor loondoorbetaling bij ziekte.
- Om te bevorderen dat het MKB weer meer personeel in (vaste) dienst durft te nemen, wordt de loondoorbetalingsperiode voor kleine werkgevers (tot 25 werknemers) verkort van twee naar n jaar. De collectieve kosten van het tweede jaar worden gedekt via een uniforme lastendekkende premie, te betalen door kleine werkgevers.
- Tevens wordt de periode waarvoor premiedifferentiatie geldt in de WGA, verkort van tien jaar naar vijf jaar.
- Meer prikkels in arbeidsongeschiktheidsregelingen richting werk.
- Voor personen die in de WIA zitten, wordt het aantrekkelijker om te gaan werken. In de eerste vijf jaar na het aanvaarden van een baan, zal niet worden getoetst of het verdienvermogen van de werkhervatter is gewijzigd. Het aanvaarden van werk ook als dit tijdelijk of in deeltijd is leidt hierdoor niet tot onzekerheid over het mogelijke verlies van het recht op de uitkering (in geval van baanverlies).
- Voor personen die in de toekomst instromen in de WIA, zal scherper gekeken worden naar geschikt werk bij de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid (het schattingsbesluit). De eis dat er drie functies te vinden moeten zijn die de persoon in kwestie zou kunnen vervullen en dat elk van deze drie met ten minste drie (9 in totaal) vertegenwoordigd is, wordt anders ingevuld.
- Ten aanzien van zelfstandigen.
- Wet DBA wordt vervangen. De nieuwe wet moet enerzijds (de inhuurder van) echte zelfstandigen zekerheid bieden dat er geen sprake is van een dienstbetrekking en anderzijds schijnzelfstandigheid (vooral aan de onderkant) voorkomen.
- Voor zelfstandigen boven het lage tarief wordt een opdrachtgeversverklaring ingevoerd. Deze geeft opdrachtgevers vooraf duidelijkheid en zekerheid bij de inhuur van zelfstandig ondernemers. Opdrachtgevers krijgen deze verklaring via het invullen van een webmodule, zoals bijvoorbeeld ook in het Verenigd Koninkrijk bestaat. Met deze opdrachtgeversverklaring krijgt een opdrachtgever zekerheid vooraf van vrijwaring van loonbelasting en premies werknemersverzekeringen (tenzij de webmodule niet naar waarheid is ingevuld).
Het volledige regeerakkoord treft u aan op https://www.kabinetsformatie2017.nl/.
AR Annotatie Loe Sprengers: Overgang van onderneming in de publieke sector
In AR 2017-0929 gaat Loe Sprengers in op het arrest van het HvJ EU over overgang van onderneming in de publieke sector. In het bijzonder stelt hij de vraag aan de orde wat de gevolgen van dit arrest zijn voor het geval WNRA van kracht is geworden en in beginsel alle overheidswerkers onder artikel 7:662 BW vallen. Volgens Sprengers zal dan nog meer dan nu het geval is onderscheid moeten worden gemaakt tussen activiteiten die wel en geen uitoefening van bevoegdheden van openbaar gezag verwezenlijken. Klik hier om zijn annotatie te lezen.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.
Billijke vergoeding: ernstige verwijtbaarheid gewaardeerd aan de hand van een fictieve schaal van 1 tot 10
In AR 2017-1200 staat de begroting van de billijke vergoeding centraal. De kantonrechter waardeert de mate van verwijtbaarheid aan de hand van een tienpuntschaal (waarbij 1 nauwelijks ernstig verwijtbaar en 10 zeer ernstig verwijtbaar is). Hiermee beoogt de kantonrechter overigens niet een norm te geven voor het bij een bepaalde mate van verwijtbaarheid vast te stellen bedrag noch een 'rekenfactor' te introduceren, enkel inzicht te geven in de mate van verwijtbaarheid.
Voortzetting via uitzendbureau na twee jaar flex, leidt niet tot misbruik van ketenregeling
In AR 2017-1201 staat de vraag centraal of werknemer met inlener een vast contract heeft gekregen, omdat de inlening via het uitzendbureau na twee jaar flex een schijnconstructie zou zijn. De kantonrechter oordeelt dat dit niet het geval is. Onder verwijzing naar Care4Care oordeelt de rechter dat een allocatiefunctie geen vereiste (meer) is, zodat sprake is van een rechtsgeldig uitzendovereenkomst. Dat de inlener verzuimmaatregelen heeft getroffen nadat werknemer bij de uitzender uitviel, doet aan het voorgaande niet af.
C-grond: frequent en onevenredig hoog ziekteverzuim van werkneemster is niet onaanvaardbaar voor bedrijfsvoering van werkgeefster, omdat zij heeft nagelaten adequate maatregelen te treffen om de langdurige zieke werkneemster te vervangen
In AR 2017-1203 oordeelt de kantonrechter over een niet veel voorkomend c-grond-verzoek. Werkneemster was over de laatste drie jaar meer dan 25% afwezig wegens ziekte. Zij was naast de een filiaalleider, een van de twee vervangende filiaalleiders. Daarnaast waren er vier verkoopmedewerkers bij werkgever (Aldi) werkzaam. De kantonrechter stelt voorop dat de wetsgeschiedenis van de WWZ weinig aanknopingspunten biedt ten aanzien van een antwoord op de vraag wat onder frequent ziekteverzuim dient te worden verstaan. De wetgever spreekt slechts over de situatie waarin een werknemer met enige regelmaat, maar niet langdurig, ziek is. Het moet dus gaan om een frequent en onevenredig hoog ziekteverzuim over een lange periode. Naar het oordeel van de kantonrechter is in het onderhavige geval hiervan sprake. Dat de collegas van Filiaal 74 door het verzuim van werkneemster hebben moeten overwerken, staat voldoende vast. Hiermee is echter niet gezegd dat de collegas zelf een onevenredige druk ervaren. Ook staat onvoldoende vast dat het verzuim van werkneemster in arbo-technische zin tot onaanvaardbare constante overbelasting van de collegas heeft geleid. Werkgever had ervoor kunnen kiezen om bij uitval van werkneemster op centraal niveau of vanuit andere filialen voor vervanging te zorgen, door bijvoorbeeld een flexibele pool op te richten. Nu zij zulks heeft nagelaten, is de kantonrechter van oordeel dat het frequente en onevenredig hoge ziekteverzuim van werkneemster niet onaanvaardbaar is voor de bedrijfsvoering van werkgever.
Geen sprake van ernstige verwijtbaarheid ondanks schending re-integratieverplichtingen en loonsanctie
In AR 2017-1204 oordeelt de kantonrechter dat het enkele feit dat het re-integratietraject niet vlekkeloos is verlopen en heeft geleid tot een tijdelijke loonsanctie onvoldoende is aan te nemen dat werkgever gedurende het re-integratietraject ernstig verwijtbaar zou hebben gehandeld. De opzegging met toestemming UWV (b-grond) leidt derhalve niet tot een billijke vergoeding ex artikel 7:682 BW.
AR Poll
Slechts 53% was het eens met de stelling: Ik verwacht dat de paragraaf arbeidsmarkt in het regeerakkoord versoepeling van het ontslagrecht zal voorstellen.
De nieuwe stelling luidt: Ik vind de voorgestelde aanpassingen van het grondenstelsel een verbetering.
Breng hier uw stem uit.
Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.
Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Loonvordering. Werkgever geslaagd in bewijs van stelling dat werknemer duidelijk en ondubbelzinnig zijn arbeidsovereenkomst heeft opgezegd en vervolgens zich daarnaar feitelijk heeft gedragen. Gerechtvaardigd vertrouwen. 03-10-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Te laat terugkeren van vakantie rechtvaardigt ontslag op staande voet, temeer nu werknemer werkgever ook niet heeft geïnformeerd over zijn te late terugkeer. 21-09-2017
- Gerechtshof Amsterdam Onregelmatige opzegging. Gelet op de bewoordingen van de brief kon en mocht werknemer de brief van werkgever redelijkerwijs opvatten als strekkende tot beëindiging van het tot dan toe bestaande dienstverband met werkgever. Transitievergoeding. 19-09-2017
Rechtbank
- Rechtbank Overijssel Ontbinding g-grond. Ernstig verwijtbaar handelen/nalaten werkgever. Mate van verwijtbaarheid gemotiveerd aan de hand van een fictieve schaal. 04-10-2017
- Rechtbank Amsterdam Projectdienstverband van werkneemster niet van rechtswege geëindigd, onterechte beëindiging door Laww Interim. Ontbindingsverzoek wegens h-grond toegewezen onder toekenning van een billijke vergoeding van € 15.000 bruto. 03-10-2017
- Rechtbank Overijssel Verzoek wedertewerkstelling van werknemer wordt toegewezen onder de voorwaarde dat Zeker Zorg het in een andere procedure aan haar toegewezen ontbindingsverzoek tijdig heeft ingetrokken. 28-09-2017
- Rechtbank Overijssel Ontbindingsverzoek wegens g-grond toegewezen nu de directeur van Zeker Zorg zeer resoluut is in zijn stelling dat hij een terugkeer van werknemer bij Zeker Zorg pertinent niet ziet zitten. Toekenning van een billijke vergoeding aan werknemer, omdat Zeker Zorg in gebreke is gebleven duidelijkheid te verschaffen omtrent de reden die aan de non-actiefstelling ten grondslag ligt. 28-09-2017
- Rechtbank Limburg Verzochte transitievergoeding afgewezen nu geen van de wettelijke grondslagen daarvoor aan de orde zijn. 28-09-2017
- Rechtbank Noord-Holland Tussen werknemer en een collega heeft een schermutseling plaatsgevonden zonder letsel of schade tot gevolg. Mede gelet op het feit dat werkgever geen reglement heeft waarin geweld of agressief gedrag wordt gesanctioneerd met ontslag, is het ontslag op staande voet onterecht. 26-09-2017
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst toegewezen, nu sprake is van een jarenlang patroon van disfunctioneren werkneemster. Verzoek om transitievergoeding toegewezen; verzoek om billijke vergoeding niet toewijsbaar. 25-09-2017
- Rechtbank Limburg Ontslag op staande voet vernietigd. Verzoek tot voorwaardelijke ontbinding (e-grond) toegewezen op de grond dat werknemer misbruik heeft gemaakt van zijn functie en het vertrouwen van werkgever heeft geschaad. Transitievergoeding afgewezen wegens ernstig verwijtbaar handelen. 21-09-2017
- Rechtbank Rotterdam Loonvordering werkneemster in kort geding afgewezen. Werkneemster heeft niet binnen twee maanden om vernietiging van de opzegging verzocht, zodat de opzegging onaantastbaar is geworden en vordering in bodemprocedure kansloos is. 18-09-2017
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Ketenregeling is niet omzeild nadat werknemer in dienst is getreden bij uitzendbureau. Het was immers de bedoeling van partijen dat werknemer bij het uitzendbureau in dienst zou treden, nu werkgever werknemer geen overeenkomst voor onbepaalde tijd wenste aan te bieden en werknemer wilde blijven werken en zodoende geen andere mogelijkheid had. 13-09-2017
- Rechtbank Overijssel Schorsing concurrentiebeding. De duur van het concurrentiebeding is op het moment van beoordeling in kort geding toereikend geweest. Door het beding nog langer te handhaven zal werkneemster onbillijk worden benadeeld. 11-09-2017
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Ontbinding arbeidsovereenkomst afgewezen (c-grond). Frequent en onevenredig hoog ziekteverzuim van werkneemster is niet onaanvaardbaar voor bedrijfsvoering van werkgeefster, omdat zij heeft nagelaten adequate maatregelen te treffen om de langdurige zieke werkneemster te vervangen. 06-09-2017
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Onregelmatigheidstoeslag. Klachtplicht. Nederlands loonbegrip en recuperatiefunctie in samenhang met Richtlijn 2003/88/EG. 30-08-2017
- Rechtbank Noord-Holland Verzoek om billijke vergoeding ex artikel 7:682 lid 1 onderdeel c BW afgewezen. Het enkele feit dat het re-integratietraject niet vlekkeloos is verlopen en heeft geleid tot een tijdelijke loonsanctie, is onvoldoende om aan te nemen dat werkgeefster gedurende het re-integratietraject ernstig verwijtbaar zou hebben gehandeld. 21-07-2017
Centrale Raad van Beroep
- Centrale Raad van Beroep In de zaak zelf, die niet als complex is aan te merken, noch in de opstelling van verzoeker zijn aanknopingspunten gevonden voor het oordeel dat de totale lengte van de procedure meer dan vier jaar zou mogen bedragen. De redelijke termijn is met een jaar en één maand overschreden. 27-09-2017
- Centrale Raad van Beroep Op grond van artikel 7:11 lid 1 Awb moet UWV bij de heroverweging van het bezwaar van appellant alle (nieuwe) medische informatie betrekken die betrekking heeft op de gezondheidstoestand van appellant op de datum in geding. Een aangevochten besluit dient in volle omvang te worden heroverwogen. 27-09-2017
- Centrale Raad van Beroep Appellante had geen concreet uitzicht op toekenning van een winstuitkering. Om die reden kan deze uitkering niet worden gekwalificeerd als extra periodiek salaris met een opbouwend karakter dat moet worden meegenomen bij de vaststelling van feitelijke inkomsten uit arbeid. 22-09-2017
- Centrale Raad van Beroep Het onrechtmatige besluit is van vóór de inwerkingtreding Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten, waardoor het recht tot 1 juli 2013 had moeten worden toegepast en de rechtbank zich ten onrechte onbevoegd heeft verklaard. Voor vergoeding van immateriële schade is echter onvoldoende dat sprake is van een meer of minder sterk psychisch onbehagen en van een zich gekwetst voelen door het onrechtmatige besluit. 22-09-2017
- Centrale Raad van Beroep UWV heeft bij de berekening van het dagloon later uitbetaalde WW-uitkering terecht buiten beschouwing gelaten. 23-08-2017