Update
NIEUWE AANBEVELINGEN RECHTSPRAAK: schikking ter zitting, pro-forma- en proceskostenveroordeling
Op 9 oktober jl. heeft het Landelijk overleg vakinhoud civiel, kanton en toezicht het LOVCKT op advies van de landelijke expertgroep Arbeidsrecht (de Commissie Arbeidsrecht van de Kring van Kantonrechters is deel gaan uitmaken van deze expertgroep van het LOVCKT. In de Expertgroep is iedere rechtbank met n lid vertegenwoordigd) besloten tot vaststelling van nieuwe aanbevelingen. Deze aanbevelingen hebben tot doel om te bevorderen dat landelijk eenduidig en waar mogelijk uniform wordt omgegaan met de schikking ter zitting in WWZ-zaken (en met pro-formaontbinding), alsmede met de proceskostenveroordeling in WWZ-zaken. Zo wordt onder meer aanbevolen dat partijen bij een pro-formaontbindingsverzoek ontvankelijk zijn en verzoeken tot veroordeling tot betaling van een (transitie)vergoeding worden toegewezen, tenzij sprake is van strijd met dwingend recht (bijvoorbeeld de WNT-norm). Deze aanbevelingen worden toegepast in zaken waarin het verzoekschrift op of na 1 januari 2018 wordt ingediend. Klik hier om de aanbevelingen te lezen.
AR Annotatie Loe Sprengers: Overgang van onderneming in de publieke sector
In AR 2017-0929 gaat Loe Sprengers in op het arrest van het HvJ EU over overgang van onderneming in de publieke sector. In het bijzonder stelt hij de vraag aan de orde wat de gevolgen van dit arrest zijn voor het geval WNRA van kracht is geworden en in beginsel alle overheidswerkers onder artikel 7:662 BW vallen. Volgens Sprengers zal dan nog meer dan nu het geval is onderscheid moeten worden gemaakt tussen activiteiten die wel en geen uitoefening van bevoegdheden van openbaar gezag verwezenlijken. Klik hier om zijn annotatie te lezen.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.
Hoge Raad: kopiren van ruim 2455 prijscalculaties op usb-stick leidt niet tot ernstig verwijtbaar handelen
In AR 2017-1232 staat de vraag centraal of het hof terecht heeft geoordeeld dat geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, door onder meer diverse vertrouwelijke documenten van werkgever op een usb-stick te plaatsen. Werknemer voerde als verweer aan dat hij thuis analyses van prijscalculaties uitvoerde en was aangewezen op zijn iPad nu zijn kinderen thuis zijn iMac gebruikten. De bestanden zette hij op een usb-stick om deze via zijn iMac naar de iPad te zenden (intern netwerk). In de conclusie van de advocaat-generaal wordt ingegaan op diverse vraagstukken rondom ernstige verwijtbaarheid. Zo wijst de advocaat-generaal er onder meer op dat bij een ontslag op staande voet geen sprake hoeft te zijn van verwijtbaar handelen, laat staan van ernstig verwijtbaar gedrag, zodat in beginsel steeds een transitievergoeding is verschuldigd. Ook wordt het luizengaatje (de uitzondering op het verval van de transitievergoeding) genoemd en vindt een (eerste) analyse van rechtspraak plaats wat ernstig verwijtbaar gedrag van de werknemer betreft. Bij dit alles heeft de advocaat-generaal dankbaar gebruik gemaakt van met name de stukken van Sagel en Verhulp (onder meer het verslag van de Transitienacht van de Arbeid). De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep onder verwijzing naar artikel 81 RO. Zie ook AR 2017-1242 waarin de werknemer recht heeft op een transitievergoeding ondanks het ontslag op staande voet van de werknemer (wel een atypische zaak).
Doorstart uit faillissement leidt niet tot Smallsteps-toepassing omdat geen sprake is van een pre-pack die tot in de kleinste details de overdracht van de onderneming beoogde voor te bereiden
In AR 2017-1223 oordeelt de kantonrechter over de vraag of een doorstart drie weken na het faillissement leidt tot overgang van onderneming. Voor het faillissement was een stille bewindvoerder aangesteld. Na faillissement (30 juni) is tot 19 juli de onderneming (Borga) feitelijk voortgezet door de curator om per die datum een doorstart te maken via Borga Uitvaartkisten en Funico. Van de (ongeveer) 59 werknemers van Bogra zijn er (ongeveer) 37 door Bogra Uitvaartkisten in dienst genomen. De achterblijvers stellen zich op het standpunt dat sprake is van een overgang van onderneming. Volgens de kantonrechter is richtlijnconforme uitleg van de Smallsteps-zaak bij toepassing van artikel 7:666 BW mogelijk. Naar het oordeel van de kantonrechter is de reikwijdte van de Smallsteps-uitspraak beperkt tot het geval zoals weergegeven in die uitspraak, waarin de overgang van een onderneming plaatsvindt na een faillietverklaring in de context van een vr de faillietverklaring voorbereide en onmiddellijk daarna uitgevoerde pre-pack. Die uitspraak ziet blijkens de overwegingen daarvan en het antwoord op de prejudicile vragen immers specifiek op een pre-pack, en met name niet op de Nederlandse faillissementsprocedure in zijn algemeenheid. In dit geval is niet komen vast te staan dat vr de faillietverklaring sprake is geweest van een pre-pack die tot in de kleinste details de overdracht van de onderneming beoogde voor te bereiden. Nergens blijkt echter uit dat Bogra, of De Wit namens Bogra, met Funico vr de faillietverklaring afspraken heeft gemaakt over de overname en de overdracht van de onderneming, laat staan afspraken over een overname die tot in de kleinste details de overdracht beoogde voor te bereiden. Evenmin is sprake geweest van een onmiddellijk na de faillietverklaring uitgevoerde pre-pack. Immers, Bogra Uitvaartkisten en Funico hebben de onderneming van Bogra op 18 juli 2017 overgenomen en dus ongeveer drie weken na het faillissement van 30 juni 2017. De conclusie van het voorgaande is dat in dit geval geen sprake is geweest van een pre-pack zoals bedoeld in de Smallsteps-uitspraak.
OK: onvoldoende informatie tijdens overlegvergadering OR (art. 24 WOR) leidt (mede) tot schending artikel 25 WOR
In AR 2017-1233 oordeelt de Ondernemingskamer over het besluit tot verkoop van aandelen aan een derde. Het hof rekent de ondernemer aan dat hij de informatieplicht van artikel 24 WOR heeft geschonden door aanvankelijk te stellen dat er slechts verkennende gesprekken plaatsvonden met partijen over mogelijke verkoop van de onderneming, terwijl het proces in volle gang bleek te zijn toen de OR zijn assessments points indiende. Omdat de OR geen wezenlijke invloed meer kon uitoefenen op dit proces van verkoop, is de goede gang van medezeggenschap geschonden.
Ontbindingsverzoek werknemer op grond van artikel 6:265 BW
In AR 2017-1222 oordeelt de kantonrechter dat ingeval een werknemer zelf ontbinding verzoekt wegens wanprestatie niet de zware norm van artikel 7:686 BW heeft te gelden (gelijk aan een dringende reden), maar de lichtere norm van artikel 6:265 BW. De zware norm van artikel 7:686 BW geldt ter bescherming van de werknemer. Indien de werknemer zelf ontbinding verzoekt volstaat een niet geringe tekortkoming als kwalificatie van wanprestatie. In casu werd deze niet geringe tekortkoming overigens niet aangenomen.
Werknemer ontvankelijk ondanks verkeerde tenaamstelling werkgever
In AR 2017-1236 oordeelt het hof dat werknemer ontvankelijk is in zijn verzoek tot betaling van een billijke vergoeding, ondanks het feit dat de tenaamstelling van de werkgever onjuist is. Niet de werkgever maar een zustervennootschap van dezelfde holding was in rechte betrokken. Het hof is van oordeel dat werkgever wist of behoorde te weten dat dit berustte op een vergissing en dat het verzoekschrift zich tegen haar richtte. Dit volgt duidelijk uit het verzoekschrift, dat gericht is tegen de werkgever van werknemer en waarbij als producties een exemplaar van de arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en werknemer en loonstroken van werknemer afkomstig van de werkgever zijn gevoegd. De werkgever moet geacht worden van dit verzoekschrift op de hoogte te zijn geweest. De werkgever heeft dezelfde moedermaatschappij als de zustervennootschap en heeft hetzelfde adres en telefoonnummer. Voorts is mr. X, die in eerste aanleg als gemachtigde van de zustervennootschap is opgetreden, in het buitengerechtelijke traject tevens opgetreden namens de werkgever in het contact met de advocaat van werknemer. Dat de werkgever ervoor gekozen heeft in eerste aanleg niet te verschijnen, omdat zij ervan uitging dat er een niet-ontvankelijkheidsverklaring van werknemer zou volgen, dient voor haar eigen rekening te blijven.
Rechtsgeldig concurrentiebeding bij ontslagname werknemer tijdens proeftijd
In AR 2017-1039 oordeelt de kantonrechter dat het ontslag tijdens de proeftijd de rechtsgeldigheid van het concurrentiebeding niet aantast. Bovendien is het enkele feit dat werknemer bij een andere werkgever meer carrireperspectieven heeft onvoldoende om werknemer van het beding te ontheffen.
Geen aanzegvergoeding bij verlenging van rechtswege
In AR 2017-1241 oordeelt de kantonrechter dat werknemer geen aanspraak heeft op de aanzegvergoeding bij een (stilzwijgende) voortzetting van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Nu de arbeidsovereenkomst voortduurt, is er geen aanleiding tot het toekennen van een transitievergoeding. Werknemer wordt evenmin benadeeld door deze handeling.
AR Poll
Bijna 82% (!) is het eens met de stelling: Ik vind de voorgestelde aanpassingen van het grondenstelsel een verbetering.
De nieuwe stelling luidt: Vijf maanden proeftijd bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is gewenst.
Breng hier uw stem uit.
Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.
Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Werkgeefster is op grond van artikel 7:658 BW aansprakelijk. Werknemer had van werkgeefster mogen verwachten dat zij voor het benodigde touw in de standaarduitrusting had zorggedragen. Bovendien is een inschattingsfout, zo daar al sprake van zou zijn geweest, iets waar een werkgever rekening mee dient te houden. 10-10-2017
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Aansprakelijkheid werkneemster voor schade werkgever op basis van huishoudelijk reglement? Artikel 7:661 BW. Indien werkgever bepaalde gestelde feiten bewijst, mag bewuste roekeloosheid worden aangenomen. 10-10-2017
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Na bijna halfjaar beroept werkgever zich op ontbindende voorwaarde in arbeidsovereenkomst ten gevolge waarvan oude arbeidsovereenkomst van de werknemer met zijn vorige werkgever herleeft. Ontbindende voorwaarde rechtsgeldig. Bewijsopdracht aan werkgever dat ontbindende voorwaarde is overeengekomen. 10-10-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Ontslag op staande voet wegens bedreigen directeur (verweer: ‘waar twee vechten, hebben twee schuld’ treft geen doel). Val van trapje op steiger leidt tot schending zorgplicht jegens ervaren werknemer. 10-10-2017
- Gerechtshof Amsterdam Besluit tot verkoop van aandelen onredelijk doordat OR in voortraject geen wezenlijke invloed heeft kunnen uitoefenen op het voorgenomen besluit. 10-10-2017
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Artikel 37 Wet personenvervoer 2000. Werkneemster staat bij overgang van concessie onterecht op transferlijst. 10-10-2017
- Gerechtshof Amsterdam Het besluit van FNV Horecabond kan niet worden beschouwd als een belangrijk besluit ter zake waarvan de ondernemingsraad op de voet van artikel 25 lid 1 aanhef en onderdeel d WOR een adviesrecht toekomt. In de gegeven omstandigheden is de ontslagaanvraag voor een individuele werknemer evenmin adviesplichtig. 04-10-2017
- Gerechtshof Amsterdam Geen transitievergoeding bij werknemersverzoek. Geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen werkgever door van werkneemster te verlangen voortaan op woensdag te werken (ondanks privésituatie). Onterechte loonsanctie artikel 7:628 BW leidt evenmin tot ernstig verwijtbaar handelen. 19-09-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Recht op transitievergoeding ondanks ontslag op staande voet. Verrekening gefixeerde schadevergoeding met transitievergoeding niet mogelijk wegens vervaltermijn. Appeltermijn en Algemene termijnenwet. 14-09-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Werknemer ontvankelijk ondanks onjuiste tenaamstelling verzoekschrift. Ontslag op staande voet niet rechtsgeldig nu vervalsing van documenten niet is bewezen. Billijke vergoeding gelijk aan gemist loon tot einde tijdelijke aanstelling, minus Ziektewetuitkering. 07-09-2017
Rechtbank
- Rechtbank Noord-Holland <p>Overgang van onderneming. Er is geen sprake van een Smallsteps-pre-pack. Er is immers niet gebleken van een pre-pack die vóór het faillissement tot in de kleinste details de overdracht van de onderneming beoogde voor te bereiden en er heeft niet direct na het faillissement, maar pas na ongeveer drie weken een overname van de onderneming plaatsgevonden. Ook de gewone ‘doorstart’ leidt niet tot een overgang van onderneming. Afwijzing verzoeken werknemers.</p> 12-10-2017
- Rechtbank Limburg Ondanks gesloten vaststellingsovereenkomst kan werknemer vanwege de Wet normering topinkomens slechts aanspraak maken op een beëindigingsvergoeding tot een bedrag van € 180.096,79, waarop het door hem genoten salaris over de periode van inactiviteit in mindering komt en zonder dat de financiële tegenwaarde van het verloftegoed daarbij opgeteld kan worden. 11-10-2017
- Rechtbank Limburg Bij sluiten arbeidsovereenkomst heeft werkneemster afstand gedaan van pensioenregeling. Verrekening studiekosten bij beëindiging dienstverband is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar. 11-10-2017
- Rechtbank Limburg Ondanks de gesloten vaststellingsovereenkomst kan werkneemster vanwege de Wet normering topinkomens slechts aanspraak maken op een beëindigingsvergoeding tot een bedrag van € 180.096,79, zonder dat de financiële tegenwaarde van het verloftegoed daarbij opgeteld kan worden. 11-10-2017
- Rechtbank Limburg Volgens werknemer is er ten onrechte loon ingehouden. Uit de overgelegde salarisspecificaties blijkt echter dat de achtergrond van die inhoudingen met name is gelegen in de wettelijk verplichte inhoudingen. 11-10-2017
- Rechtbank Limburg Kwalificatievraag. Uit het enkele feit dat de door opdrachtgever gedane betalingen aan opdrachtnemer worden aangeduid met ‘salaris’ dan wel ‘deel loon’ kan niet het bestaan van een rechtsgeldige arbeidsovereenkomst worden afgeleid. 11-10-2017
- Rechtbank Noord-Holland Ontbindingsverzoek werkneemster. Op verzoek van de werkneemster wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden. Afwijzing verzoek transitievergoeding, omdat geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. 11-10-2017
- Rechtbank Limburg Nu geen functioneringsgesprekken hebben plaatsgevonden, kan niet worden nagegaan of er sprake is van disfunctioneren. Ontbindingsverzoek werkgeefster op basis van d-, e-, g- en h-grond afgewezen. 09-10-2017
- Rechtbank Limburg Ontbindingsverzoek van werkgeefster op basis van de g-grond wordt afgewezen. Er is sprake van een verstoorde arbeidsverhouding, maar die is in overwegende mate aan werkgeefster te wijten. Werkgeefster heeft te voorbarig aangestuurd op beëindiging van de arbeidsovereenkomst. 09-10-2017
- Rechtbank Noord-Holland Ontbinding wegens disfunctioneren. De functie was al aanzienlijk vereenvoudigd, waardoor het verbetertraject van drie maanden voldoende was. 09-10-2017
- Rechtbank Limburg Hoewel het ontbindingsverzoek verband houdt met de ziekte van werknemer toch toewijzing ontbindingsverzoek onder toekenning van de transitievergoeding en een billijke vergoeding van € 25.000 bruto. 06-10-2017
- Rechtbank Midden-Nederland Ontbinding van de arbeidsovereenkomst toegewezen op de grond dat werkneemster niet op werk is verschenen, terwijl werkgeefster haar uitdrukkelijk geen verlof heeft verleend. Non-concurrentiebeding is niet zwaarder gaan drukken omdat sprake is van een combinatiefunctie. 04-10-2017
- Rechtbank Overijssel Ontslag op staande voet statutair directeur. Het vragen aan en (via betaling op factuur) ontvangen van een ‘lening’ van een opdrachtnemer van de vennootschap, wijst op het vragen en ontvangen van smeergeld. 03-10-2017
- Rechtbank Noord-Holland De omstandigheid dat een werknemer de arbeidsovereenkomst tijdens proeftijd opzegt, doet niet af aan de geldigheid van het overeengekomen non-concurrentiebeding. Duur van het beding wordt wel gematigd op grond van redelijkheid en billijkheid omdat sprake is van een zeer kort dienstverband. 03-10-2017
- Rechtbank Midden-Nederland Werknemer is wegens het niet behalen van zijn masterdiploma ongeschikt voor de uitoefening van zijn functie als hogeschooldocent. Ontbinding op grond van disfunctioneren. 29-09-2017
- Rechtbank Limburg Werkgever heeft het loon van werkneemster, omdat zij niet is komen opdagen op een re-integratiegesprek, ten onrechte opgeschort. Dat werkgever daarna niets meer heeft ondernomen om het re-integreren weer mogelijk te maken, is bovendien in strijd met goed werkgeverschap. 27-09-2017
- Rechtbank Gelderland Verzochte aanzegvergoeding afgewezen omdat de arbeidsovereenkomst van rechtswege is verlengd voor dezelfde duur. Dit laatste brengt met zich dat het ontbreken van de aanzegging geen negatieve gevolgen voor werkneemster heeft gehad. 26-09-2017
- Rechtbank Noord-Holland Werknemer verzoekt ontbinding arbeidsovereenkomst en transitievergoeding en billijke vergoeding. Ontbinding toegewezen, maar beide vergoedingen afgewezen. Geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen werkgeefster. 19-09-2017
- Rechtbank Gelderland Ontslag op staande voet houdt geen stand. Van een redelijke instructie of opdracht door werkgever is geen sprake. Toewijzing transitievergoeding en billijke vergoeding. 15-09-2017
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Ontslag op staande voet terecht gegeven. Anders dan in het strafrecht, waarbij het bewijs ‘wettig en overtuigend’ moet worden geleverd, acht de kantonrechter het in deze zaak voldoende bewezen dat werknemer degene is geweest die goederen heeft weggenomen. 14-09-2017
- Rechtbank Rotterdam Nu werkneemster verzoekt de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van wanprestatie, is de beschermende rol van het arbeidsrecht niet zozeer aan de orde en kan worden volstaan met een tekortkoming die niet van slechts geringe betekenis is in de zin van artikel 6:265 lid 1 BW. 14-09-2017
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant De klachten over het functioneren van werknemer zijn gedaan in een periode van ongeveer twee maanden, hetgeen, gelet op de lengte van het dienstverband, een dusdanig korte periode is, dat (nog) niet kan worden vastgesteld dat sprake is van disfunctioneren. 07-09-2017
- Rechtbank Midden-Nederland Ontslag op staande voet. Vuistslag bij colportagewerkzaamheden. Geen aansprakelijkheid werknemer op grond van artikel 7:661 BW. Stelplicht werkgever. 31-08-2017
- Rechtbank Rotterdam Ontbinding arbeidsovereenkomst. De waarschuwing die werkneemster gekregen heeft, de escalatie daarna resulterend in een schorsing met een contactverbod en de overtreding van dat verbod staven dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding. 10-05-2017
Centrale Raad van Beroep
- Centrale Raad van Beroep Benadelingshandeling: ZW-uitkering van betrokkene die op staande voet is ontslagen is terecht geweigerd, UWV mocht zich op de beslissing van de civiele rechter baseren. 04-10-2017
- Centrale Raad van Beroep De terugvordering in de zin van de Wet WIA is op grond van artikel 79b Wet WIA een preferente vordering. UWV is bij het bepalen van de aflossingscapaciteit met het oog op de Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betalingen met juistheid aan de concurrente vorderingen van de ING Bank voorbijgegaan. 04-10-2017