Update
AR Annotatie Pascal Kruit: De billijke vergoeding na New Hairstyle: hoe nu verder?
Graag wijs ik u op de nieuwe AR Annotatie van Pascal Kruit. In deze annotatie staat hij stil bij de beschikking New Hairstyle en de toepassing ervan in de lagere rechtspraak. Hij onderscheidt verschillende gezichtspunten en toetst die vervolgens aan rechtspraak gewezen na New Hairstyle. Aan de hand van een mooi overzicht stelt hij dominante en minder dominante factoren vast die van invloed zijn op de hoogte van de billijke vergoeding. Hij concludeert onder meer dat de rechtspraak een sterke schadevergoedingsbenadering hanteert, maar dat er tevens een zekere trend waarneembaar is waarin ook de mate van verwijtbaarheid van de werkgever tot uitdrukking komt in de billijke vergoeding, zonder dat hieraan concrete schade wordt gekoppeld. Klik hier om zijn annotatie te lezen.
Wetsvoorstel payrolling
Afgelopen donderdag is er een initiatiefwetsvoorstel inzake payrolling ingediend. In het wetsvoorstel wordt onder meer het arbeidsrecht light van artikel 7:691 BW uitgesloten voor payrollwerkgevers en dienen payrollwerknemers ten minste dezelfde arbeidsvoorwaarden te genieten als werknemers van de opdrachtgever, inclusief eventueel pensioen. Klik hier voor de tekst van het wetsvoorstel.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.
HR: melding van betalingsonmacht ook op toekomstige premieverplichtingen
In AR 2017-1414 oordeelt de Hoge Raad dat indien een melding van betalingsonmacht op de voet van artikel 23 lid 2 Wet Bpf 2000 is gedaan, niet opnieuw een zodanige melding behoeft te worden gedaan zolang nog sprake is van een betalingsachterstand, tenzij het bedrijfstakpensioenfonds de betalingsplichtige na ontvangst van een betaling schriftelijk doet weten de betalingsonmacht niet langer aanwezig te achten. Voorts overweegt de Hoge Raad dat de administratie de rechtspersoon toebehoort, zodat een voormalig bestuurder, voormalig aandeelhouder, voormalig indirect bestuurder of voormalig beleidsbepaler in beginsel niet meer kan beschikken over of zelfs toegang kan verkrijgen tot de administratie van een rechtspersoon. Het niet uitdrukkelijk overdragen van deze administratie kan dan ook niet leiden tot het oordeel dat de (ex-)bestuurder deze informatie bewust buiten de procedure heeft gehouden.
Hernieuwde uitval na 104 weken leidt niet tot nieuwe periode van loonbetaling, zolang de passende arbeid niet nieuw bedongen arbeid is geworden
In AR 2017-1395 oordeelt het hof over de vraag of hernieuwde uitval tijdens het verrichten van passende arbeid tot loonbetaling tijdens ziekte leidt. Het hof oordeelt als volgt. Het wettelijk stelsel houdt op dit punt, kort gezegd, in dat de werkgever in geval van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van de werknemer enerzijds gehouden is gedurende 104 weken het naar tijdruimte vastgestelde loon binnen de grenzen zoals bepaald in artikel 7:629 lid 1 BW te betalen, en anderzijds gedurende die periode de re-integratie van zijn werknemer binnen het eigen bedrijf, dan wel in het bedrijf van een andere werkgever, te bevorderen (art. 7:658a BW). Dit stelsel brengt mee dat, indien de werknemer als gevolg van de re-integratie andere (passende) werkzaamheden is gaan verrichten, zonder dat de passende arbeid de bedongen arbeid is geworden, en hij na afloop van de periode van 104 weken opnieuw door ziekte uitvalt, de werkgever niet gehouden is (wederom) diens loon door te betalen. Ook artikel 6:248 lid 1 BW brengt dat niet mee, omdat dan de samenhang en het evenwicht tussen de bedoelde verplichtingen van de werkgever verstoord zouden worden.
Niet-schriftelijke aanzegging leidt niet tot vergoeding, omdat geen onduidelijkheid bestond over niet-voortzetting van de arbeidsovereenkomst: doel voor vorm
In AR 2017-1416 oordeelt de kantonrechter dat uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever de eis van de schriftelijke aanzegging heeft gesteld ter bescherming van de werknemer. De werknemer moet bij het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst tijdig de mogelijkheid hebben om maatregelen te treffen om het verlies van zijn inkomen op te vangen. Het doel van de wettelijke bepaling is dus tijdig duidelijkheid aan de werknemer verschaffen. Nu bij werkneemster geen onduidelijkheid heeft bestaan over het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst en zij tijdig de mogelijkheid heeft gehad om maatregelen te treffen om het verlies van haar inkomen op te vangen, acht de kantonrechter het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat werknemer aanspraak maakt op een aanzegvergoeding.
Werkgever dient bij voortijdige beindiging arbeidsovereenkomst belangen van werknemer te borgen inzake leasecontract auto
In AR 2017-1410 oordeelt de kantonrechter over de bedrijfsautoregeling van werkgever. De bedrijfsautoregeling geeft bij einde dienstverband op initiatief van de werknemer drie mogelijkheden: (1) de werknemer neemt de auto mee naar de nieuwe werkgever, (2) de werknemer voldoet de kosten van vroegtijdige beindiging van de gebruikersovereenkomst of (3) de auto wordt doorgegeven aan een andere medewerker van werkgever. Vast is komen te staan dat de leaseauto niet is overgenomen door de nieuwe werkgever van werknemer. Voorts is vast komen te staan dat de auto door werkgever is ingenomen en per 1 juni 2016 (voor het einde van de arbeidsovereenkomst met werknemer) ter beschikking is gesteld aan een andere werknemer op basis van een vrijwel gelijkluidende gebruikersovereenkomst als die met werknemer. Enig verschil is dat de maandelijkse eigen bijdrage voor de andere werknemer is beperkt tot 126,75 per maand. De vraag die voorligt is of werkgever terecht jegens werknemer aanspraak maakt op vergoeding van het verschil tussen het leasebedrag van 1.203,95 per maand en het overeengekomen bedrag met de andere werknemer van 971,75 per maand extrapolerend naar de resterende looptijd van de leaseovereenkomst van 44,5 maanden, derhalve een totaalbedrag van 10.306,20. De kantonrechter beantwoordt die vraag ontkennend. Uit artikel 7:611 BW vloeit voor werkgever een gehoudenheid voort de belangen van werknemer te behartigen ten aanzien van de afwikkeling van het leasecontract. Van de leaseregeling tussen werkgever en werknemer maakt deel uit dat het risico van (het moeten betalen van) een afkoopsom bij voortijdige beindiging, op de werknemer wordt gelegd. De werknemer is echter niet de contractant van de leasemaatschappij en heeft (dus) geen onderhandelingspositie ten opzichte van de leasemaatschappij. Artikel 7:611 BW brengt dan mee dat de werkgever bij voortijdige beindiging van de arbeidsovereenkomst en (mogelijke) beindiging van het leasecontract zal moeten waken voor de belangen van de werknemer.
AR Poll
Ruim 35% is het eens met de stelling: Politie discrimineert medewerkers met hoofddoek.
De nieuwe stelling luidt: Het Huis voor Klokkenluiders is in de praktijk een tent: alleen bij mooi weer zetten we die op.
Breng hier uw stem uit.
Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.
Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Ontbindingsverzoek werknemer, zonder toekenning transitievergoeding en/of billijke vergoeding. Geen ernstige verwijtbaarheid werkgever. 23-11-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Anders dan de kantonrechter is het hof van oordeel dat er geen grond is voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst wordt hersteld en werknemer is gehouden de reeds betaalde transitievergoeding terug te betalen. 23-11-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Nadat zes van de zeven maten er geen vertrouwen meer in hebben dat werknemer als algemeen directeur kan aanblijven, wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden. Het hof oordeelt dat geen sprake is van zodanig ernstig verwijtbaar handelen van werkgever dat zij een billijke vergoeding verschuldigd is. 23-11-2017
- Gerechtshof Den Haag Werkneemster heeft geen recht (meer) op loondoorbetaling bij ziekte, omdat haar loon reeds bij eerdere arbeidsongeschiktheid 104 weken is doorbetaald; immers er is geen sprake van nieuw bedongen arbeid, maar van re-integratiearbeid. 21-11-2017
- Gerechtshof Den Haag De weigering van werknemer om gehoor te geven aan de oproep om de volgende ochtend bij een derde re-integratiewerkzaamheden te verrichten, is geen dringende reden voor ontslag op staande voet. Geen herstel, maar toekenning billijke vergoeding. 21-11-2017
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Loonvordering na ontslag (onder oud recht) met toestemming UWV. Kantonrechter heeft werkneemster terecht niet-ontvankelijk verklaard omdat ‘629a-verklaring’ ontbreekt. Latere WGA-uitkering zegt niets over re-integratiemogelijkheden in de periode voor ontslag. 21-11-2017
- Gerechtshof Amsterdam Concurrentiebeding. Schadeplichtigheid naar oud recht. Toetsing dringende reden. 21-11-2017
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eindarrest na bewijsopdracht. Ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden is niet op valse of voorgewende grond gegeven en is evenmin in strijd met afspiegelingsbeginsel. Wel is sprake van kennelijk onredelijk ontslag op grond van gevolgencriterium, omdat werknemer ten onrechte op non-actief is gesteld. 21-11-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Bewijswaardering loonafspraak. 16-11-2017
- Gerechtshof Den Haag Arbeidsongeval. Zorgplicht werkgever bij onderhoudswerkzaamheden van werknemer aan tankcontainer met stikstof. Bewijsopdracht. 31-10-2017
Rechtbank
- Rechtbank Midden-Nederland Staking in strijd met in cao overeengekomen stakingsverbod. Staking wordt verboden tot verstrijken van in de cao overeengekomen vier weken na de datum waarop aan de Bemiddelingsinstantie een verzoek om bemiddeling en/of beoordeling is gedaan. 17-11-2017
- Rechtbank Limburg Ontbindingsverzoek werkgever wordt toegewezen op (subsidiaire) grond van verstoorde arbeidsverhouding door ernstig verwijtbaar gedrag werkgever. Toekenning billijke vergoeding van € 110.000 aan werknemer. 15-11-2017
- Rechtbank Noord-Holland Aanspraak op aanzegvergoeding is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar omdat werkneemster bekend was met de niet-voortzetting van de arbeidsovereenkomst en tijdig maatregelen kon treffen om het inkomensverlies op te vangen. 15-11-2017
- Rechtbank Midden-Nederland Artikel 7:611 BW brengt mee dat de werkgever bij voortijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst en (mogelijke) beëindiging van het leasecontract zal moeten waken voor de belangen van de werknemer. Vordering werkgever tot betaling van een deel van de afkoopsom van de leaseauto door werkneemster afgewezen. 08-11-2017
- Rechtbank Limburg Werkneemster die in dienst is van een organisatie die opereert als expertisecentrum voor slechtzienden en blinden, heeft twee e-mails verstuurd waarin zij haar blinde collega uitscheldt. Ontbindingsverzoek op grond van verwijtbaar handelen toegewezen. 08-11-2017
- Rechtbank Midden-Nederland Vernietiging ontslag op staande voet. Geen sprake van seksuele intimidatie jegens vrouwelijke uitzendkracht. Daarnaast wordt het ontslag op staande voet ook niet gerechtvaardigd door agressief gedrag jegens leidinggevende. 08-11-2017
- Rechtbank Noord-Holland Leidinggevende heeft in strijd met de beleidsregels zonder toestemming producten meegenomen. Ontbindingsverzoek e-grond toegewezen. 19-10-2017
- Rechtbank Noord-Holland Leidinggevende heeft in strijd met de beleidsregels zonder toestemming producten meegenomen. Ontbindingsverzoek e-grond toegewezen. 19-10-2017
- Rechtbank Overijssel Beoordeling vordering kennelijk onredelijk ontslag in de gegeven omstandigheden aan de hand van de situatie bij de materiële werkgever en niet aan de hand van die bij de formele werkgever. Ontslag niet kennelijk onredelijk. Geen ruimte voor afzonderlijke toets op basis van goed werkgeverschap. 10-10-2017
- Rechtbank Midden-Nederland Toepassing cao-norm. Werknemer maakt aanspraak op betaling van een toelage voor gebroken diensten en onregelmatigheidstoeslag ex artikel 20 lid 3 cao Openbaar Vervoer (ouderenregeling). 20-09-2017
- Rechtbank Midden-Nederland Flevoziekenhuis is niet gehouden de financiële gevolgen te dragen van de weigering van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn om de deelname van werkneemster aan de pensioenregeling (alsnog met terugwerkende kracht) na einde dienstverband voort te zetten. 12-07-2017
Centrale Raad van Beroep
- Centrale Raad van Beroep Appellante heeft woonplaats niet in Nederland behouden, maar overgebracht naar Duitsland. Van een vergelijkbare nauwe band met Nederland als bedoeld in het arrest Bergemann is in de situatie van appellante geen sprake. 10-11-2017
- Centrale Raad van Beroep Overuren terecht niet meegenomen bij berekening dagloon; niet in geschil is dat het loon over de in de referteperiode gewerkte overuren vorderbaar was. 01-11-2017
Uitspraken zonder ECLI
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant <p>Hoewel de kantonrechter begrijpt dat werkgeefster de gedragingen van werknemer ten zeerste afkeurt, stelt werknemer terecht dat de strafbare feiten volledig in de privésfeer liggen. Ontslag op staande voet onterecht gegeven. Wel is er sprake van een redelijke grond voor ontbinding (g-grond).</p> 2017-09-15
- Rechtbank Oost-Brabant <p>Geen sprake van disfunctioneren. Verstoring van de arbeidsverhouding is hoofdzakelijk aan werkgever te wijten. Afwijzing ontbindingsverzoek d-, g- en h-grond.</p> 2017-11-08