Naar boven ↑

Update

Nummer 37, 2018
Uitspraken van 04-09-2018 tot 10-09-2018
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

Niet voldoen aan herplaatsingsplicht leidt tot 66.000 billijke vergoeding ondanks verval van functie
In AR 2018-1003 oordeelt de kantonrechter dat werkgever onvoldoende invulling heeft gegeven aan zijn herplaatsingsplicht. Gezien de omvang van de werkgever (groot concern), het lange dienstverband, goed functioneren van werknemer en de aanleiding voor ontslag (a-grond en geen in de persoon gelegen grond), mag meer van de werkgever qua herplaatsing worden verlangd dan enkel overleggen van niet-passende functies. Billijke vergoeding 66.000 naast transitievergoeding.

Vier maanden lang geen salaris betalen leidt niet tot ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever
In AR 2018-1005 oordeelt de rechter dat werkneemster geen recht heeft op een transitievergoeding, nadat zij de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd wegens het uitblijven van loonbetalingen door haar werkgever. Hoewel het te laat betalen van loon verwijtbaar is, acht de kantonrechter van ernstig verwijtbaar gedrag geen sprake nu er duidelijk liquiditeitsproblemen bij werkgever waren. De wettelijke verhoging van artikel 7:625 BW is een voldoende correctiemogelijkheid voor het verwijtbare gedrag van de werkgever.

Geen opvolgend werkgeverschap transitievergoeding bij heraanbesteding voor WWZ
In AR 2018-0996 oordeelt de rechter (onder meer) dat voor de berekening van de transitievergoeding de dienstjaren bij de voorganger van Hago (ISS) niet meetellen nu op grond van de Constar-beschikking, Hago naar oud recht geen opvolgend werkgever van ISS is. De cao-verplichting personeel in dienst te nemen is onvoldoende om van zodanige banden te spreken.

Overgang van onderneming: wijziging menukaart, verbouwing en onderbreking leiden niet tot verlies van identiteitsbehoud
In AR 2018-1012 oordeelt de kantonrechter over de vraag of (wijlen) werkneemster is overgaan naar de nieuwe exploitant van een restaurant op grond van artikel 7:663 BW. De omstandigheid dat de menukaart is gewijzigd, het pand grondig is verbouwd, het restaurant een nieuwe naam draagt en zich op een ander publiek richt, doet niet af aan het feit dat een deel van het publiek hetzelfde zal blijven nu de locatie van het restaurant gelijk is gebleven. De beschermingsgedachte van de richtlijn zou te veel in het gedrang komen als identiteitsverlies zou worden aangenomen.

AR Poll
Twee derde is het oneens met de stelling: Een rechter dient ambtshalve de ontbindingsgrond aan te vullen.
De nieuwe stelling luidt: Of sprake is van overgang van onderneming is moeilijk te beoordelen. Breng hier uw stem uit.

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Prof. mr. A.R. (Ruben) Houweling en mr. dr. E. (Elmira) van Vliet (hoofdredactie)
Mr. I. (Imke) Lintsen

Hof

Rechtbank

Centrale Raad van Beroep