Update
AR Annotatie Joop van Zijl: Wanneer is sprake van de overgang van een deel van een onderneming in verband met de toerekening van WGA-lasten?
Graag wijzen wij u op de nieuwe AR Annotatie van Joop van Zijl (AR 2020-0049). In deze noot staat Joop stil bij een veelal onderbelicht element bij overgang van een onderdeel van de onderneming, en dat is de toerekening van de WGA-lasten. Hij beschrijft hoe het systeem van toerekening werkt en wat het verschil is tussen overgang van de gehele en een gedeelte van de onderneming. Vervolgens plaatst hij kritische kanttekeningen bij de koerswijziging van de CRvB in december 2019. Klik hier om de noot te lezen.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.
Hoge Raad herstelt 613-arrest van 2019: instemming (G)OR maakt onderdeel uit van de belangenafweging
In AR 2019-1274, AR 2019-1275, AR 2019-1276 en AR 2019-1277 werden aan de Hoge Raad onder meer de vragen voorgelegd of artikel 7:613 BW een absolute of relatieve belangenafweging inhoudt en of de instemming van de (G)OR en geen bezwaar van de meerderheid van het personeel van betekenis is. De Hoge Raad overwoog dat sprake is van een relatieve toetsing. Op de andere vraag gaf de Hoge Raad geen expliciet antwoord. In AR 2020-0052 worden deze arresten op dit onderdeel nader toegelicht. De Hoge Raad overweegt dat in zijn eerdere arresten ook het antwoord op de GOR-vraag besloten ligt. Oftewel, instemming van de (G)OR en van het merendeel van de werknemers maakt onderdeel uit van de belangenafweging. De Hoge Raad sluit af met de overweging dat vanwege het loonoffer van werknemer-aspect het hof geen onbegrijpelijk oordeel heeft gegeven. Om deze redenen namelijk: lag reeds besloten en niet-onbegrijpelijk oordeel wijst de Hoge Raad het verzoek tot herstel uiteindelijk af.
Slapend dienstverband: vergoedingsplicht ook bij einde wachttijd 104-weken voor 1 juli 2015?
In AR 2020-0055 oordeelt de kantonrechter over een situatie waarbij de werknemer in januari 2013 wegens arbeidsongeschiktheid uitvalt. In januari 2015 wordt het arbeidsongeschiktheidspercentage (naar boven toe) bijgesteld op 80-100% arbeidsongeschikt. Naar het oordeel van de kantonrechter volgt uit de beschikking van de Hoge Raad, dat bij beindiging van een slapend dienstverband, de aanspraak op een transitievergoeding moet worden beoordeeld naar het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst beindigd had kunnen worden. De kantonrechter volgt werkgever niet in de stelling dat het dienstverband feitelijk reeds per einde wachttijd beindigd had kunnen worden. Tot begin 2017 is geadviseerd werkneemster op te roepen voor passende werkzaamheden. Dit bevestigt de stelling van werkneemster dat zij ook na 5 januari 2015 werkzaamheden voor werkgever heeft verricht. Daarom is de kantonrechter van oordeel dat op 14 maart 2017, toen het UWV had besloten dat de mate van arbeidsongeschiktheid ongewijzigd 80 tot 100% bleef, is voldaan aan de vereisten voor beindiging van de arbeidsovereenkomst.
Rekenregels transitievergoeding-oud naar analogie bij opzeggingsgebod
Zie ook AR 2020-0050 waarin de kantonrechter de rekenregels oude stijl van toepassing acht op een opzeggebod in 1 januari 2020. Omdat het verzoek is gedaan voor 1 januari 2020 wordt hier het overgangsrecht naar analogie toegepast.
Finale kwijting bij slaper in strijd met artikel 7:611 BW
In AR 2020-0067 oordeelt de kantonrechter dat het eisen van finale kwijting bij een Xella-beindigingsovereenkomst in strijd is met artikel 7:611 BW.
Vrijstellen van werk en niet zoeken naar passende functie in aanloop naar reorganisatie leidt tot billijke vergoeding van 75.000
In AR 2020-0062 oordeelt het hof dat werkgever te snel is overgegaan tot vrijstelling van werk vooruitlopend op verval van de arbeidsplaats. Dat ook onvoldoende inspanning is verricht om werknemer te herplaatsen wordt bovendien aangerekend als ernstig verwijtbaar. Werkgever heeft tegen de achtergrond van de mindere economische ontwikkelingen in zijn bedrijf besloten tot een reorganisatie, die onder meer als resultaat had dat de werkzaamheden van werknemer in vergelijking met die welke hij vanaf 2015 had, in aanzienlijke mate werden ingeperkt en werden overgedragen aan een ander. Het stond werkgever op zich vrij om te streven naar een andere inrichting van zijn organisatie ook al zou dat er uiteindelijk toe leiden dat er geen plaats meer zou zijn voor werknemer, echter niet zonder daarbij mede de belangen van werknemer in aanmerking te nemen. Werknemer op zijn beurt mocht er ook niet van uitgaan dat dit alles zijn relatief hoge positie binnen het bedrijf van werkgever niet zou beroeren; een baangarantie had hij immers niet en met dit soort ontwikkelingen diende hij dan ook al vanaf het begin van zijn dienstverband rekening te houden.
AR Poll
Iedereen is het eens met de stelling: De rol en betekenis van de bedrijfscultuur in arbeidszaken is onduidelijk.
De nieuwe stelling luidt: Indien 90% van het personeel instemt met een wijziging, dient als uitgangspunt de wijziging te worden gerespecteerd tenzij dit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet kan worden gevergd van de werknemer (hard and fast rule). Breng hier uw stem uit.
Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.
Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Prof. mr. A.R. (Ruben) Houweling en mr. L. (Linde) Kirkpatrick (hoofdredactie)
Mr. I. (Imke) Lintsen
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Ontslag op staande voet vanwege verduistering blijft in stand, maar de door de kantonrechter vastgestelde datum klopt niet. Arbeidsovereenkomst eindigt op de datum van de opzegbrief. 16-01-2020
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Met uitleg van de betreffende cao-bepaling oordeelt het hof dat werkgeefster bevoegd was om de aan werkneemster verstrekte PT in mindering te brengen op de variabele beloning die haar op grond van de cao 2011-2014 toekwam. 14-01-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Het ontbindingsverzoek van werkgeefster is terecht afgewezen, omdat niet is voldaan aan het herplaatsingsvereiste. Werkgeefster heeft ernstig verwijtbaar gehandeld bij de op non-actiefstelling, het verbetertraject, de mediation en het opvolgen van de adviezen van de bedrijfsarts. De billijke vergoeding wordt bijgesteld naar € 40.000. 13-01-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Verzoek tot herstel arbeidsovereenkomst ten onrechte afgewezen in verband met schending herplaatsingsvereiste. Billijke vergoeding ter hoogte van € 30.000 in plaats van herstel. 10-01-2020
- Gerechtshof Amsterdam Van werkneemster had mogen worden verwacht dat zij zo veel mogelijk zou meewerken aan de re-integratie en het oplossen van het conflict. Nu zij geen gehoor heeft gegeven aan de oproepen heeft werkgeefster het loon gerechtvaardigd opgeschort. 07-01-2020
- Gerechtshof Amsterdam Werkgeefster heeft ernstig verwijtbaar gehandeld door werknemer vrij te stellen van werkzaamheden zonder zich in voldoende mate in te spannen om hem andere passende werkzaamheden te laten verrichten. Billijke vergoeding van € 75.000 toegekend. 17-12-2019
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Het hof beschikt niet over de volledige teksten van de cao’s die in dit geding aan de orde zijn en laat werkneemster toe deze bij akte in het geding te brengen. 23-10-2018
Rechtbank
- Rechtbank Limburg Werkgever wordt veroordeeld om mee te werken aan het sluiten van een vaststellings-/beëindigingsovereenkomst met een vergoeding gelijk aan de transitievergoeding berekend tot aan einde wachttijd. Slapend dienstverband. Kort geding. 09-01-2020
- Rechtbank Den Haag De arbeidsovereenkomst van een Griekse werknemer (gedetacheerd in Nederland), aangegaan bij een internationaal uitzendbureau is niet van rechtswege geëindigd op basis van een uitzendbeding of door het eindigen van het project. Toewijzing billijke vergoeding en vergoeding wegens onregelmatige opzegging. 09-01-2020
- Rechtbank Limburg Kort geding. Einde arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden? Mondeling overeengekomen dus niet voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste. Vordering tot doorbetaling loon toegewezen. 08-01-2020
- Rechtbank Noord-Holland Bedrijfsleider heeft op basis van oordeel bedrijfsarts door werkgever aangeboden werkzaamheden niet verricht. UWV acht werkzaamheden niet passend. Ontslag op staande voet wegens werkweigering ten onrechte gegeven. Billijke vergoeding (€ 14.000) verschuldigd. 31-12-2019
- Rechtbank Rotterdam Gelet op de vrije arbeidskeuze en de ernstig verstoorde arbeidsverhouding alsmede het feit dat de arbeidsovereenkomst inmiddels een lege huls is, wordt het ontbindingsverzoek toegewezen. Toekenning transitievergoeding. Afwijzing billijke vergoeding. 24-12-2019
- Rechtbank Noord-Holland Kort Geding. Beëindiging slapend dienstverband. Datum einde wachttijd ligt voor 1 juli 2015. Aan het door de Hoge Raad gestelde criterium is pas in 2017 voldaan. Daarom wel recht op transitievergoeding. 23-12-2019
- Rechtbank Midden-Nederland Werkneemster heeft in het tweede ziektejaar slechts recht op 70% van het loon. Bij een herberekening leidt dit tot een lager bedrag dan werkneemster reeds heeft ontvangen. Werkneemster heeft derhalve geen loonvordering op werkgeefster. 20-12-2019
- Rechtbank Midden-Nederland Kort geding. Loonvordering en vorderingen tot aanmelding pensioenfonds en afdracht pensioenpremie toegewezen. De gevorderde wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW wordt op nihil gesteld vanwege financiële situatie werkgever en lopend onderzoek naar een hack bij werkgever. 18-12-2019
- Rechtbank Noord-Holland Tegen een collega zeggen ‘ik ga je hoeken’ getuigt van weinig professionaliteit en het is onbeleefd om op de werkvloer neus aan neus tegenover elkaar te staan. Werkgeefster had echter een minder verstrekkende maatregel kunnen kiezen. Vernietiging ontslag op staande voet. Einde van rechtswege. 18-12-2019
- Rechtbank Overijssel Leerovereenkomst van leerling-verzorgende in de voorbereidende periode voor aanvang van de BBL-opleiding wordt gekwalificeerd als een stageovereenkomst. Deze overeenkomst kon door werkgeefster tussentijds worden beëindigd. 02-12-2019
- Rechtbank Den Haag Nu de schriftelijke arbeidsovereenkomst niet is ondertekend en niet blijkt dat er op enig moment overeenstemming is bereikt over de elementen en de omvang van de terugbetalingsverplichting, mocht werkgeefster er niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat zij een studiekostenbeding met werknemer heeft gesloten. 06-11-2019
- Rechtbank Rotterdam De incidenten die werkgeefster in relatie tot werkneemster noemt (te laat komen, niet komen, niet aan 24 uur in de week komen) hebben met discriminatie wegens zwangerschap niets van doen. Arbeidsovereenkomst van rechtswege geëindigd. Geen toekenning billijke vergoeding. 09-10-2019
Centrale Raad van Beroep
- Centrale Raad van Beroep Beëindiging WW-uitkering in verband met verblijf in het buitenland. Dat appellant door omstandigheden genoodzaakt was om de woning in Duitsland te accepteren en dat deze verhuizing voor appellant geen wezenlijke wijziging in zijn leven met zich bracht, maakt niet dat niet gesproken kan worden van verblijf in het buitenland. 09-01-2020
- Centrale Raad van Beroep Geen bevredigend resultaat van re-integratie: loonsanctie terecht niet verkort. 09-01-2020