Naar boven ↑

Update

Nummer 51, 2020
Uitspraken van 17-12-2020 tot 23-12-2020
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u weer een nieuwe AR Update aan.

AR-annotatie: één jaar wakker
Graag wijzen wij u op de nieuwe AR-annotatie van Jacqueline Herman de Groot en Pieter Schneider naar aanleiding van een reeks van Xella-beschikkingen in 2020. Zij geven een overzicht van alle procedures die sinds 8 november 2019 hebben gespeeld bij de rechter. Zij ordenen de verschillende vragen en geven inzicht in de oordelen van de feitenrechters. Een prachtige bloemlezing van ontwakers, lichte slapers en diepe slapers. Het sprookje is nog lang niet uit…

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

PostNL op grond van de WAS als inlener aansprakelijk voor ‘gecontracte’ werknemers van uitlener wegens schending Waadi
In AR 2020-1546 oordeelt de kantonrechter Groningen over de vraag of PostNL aansprakelijk is voor de tekortkomingen van 365Werk/BWRI in de loonbetalingen aan hun werknemers voor sorteerwerkzaamheden bij PostNL. Op grond van alle feiten en omstandigheden is voldoende vast komen te staan dat PostNL bekend was dan wel hadden moeten zijn met de terbeschikkingstelling van arbeidskrachten door 365Werk via BWRI en de daarmee gepaard gaande (onder) betaling. Dat PostNL hiervan vervolgens heeft geprofiteerd en heeft bedoeld te profiteren, blijkt niet alleen uit het filmpje met de directeur, maar ook uit de considerans van de samenwerkingsovereenkomst tussen PostNL en BWRI. De conclusie is dan ook dat PostNL zodanig in strijd heeft gehandeld met de door haar in het maatschappelijk verkeer in acht te nemen zorgvuldigheid, dat sprake is van onrechtmatig handelen jegens de bij haar te werk gestelde arbeidskrachten. Voor wat betreft de aansprakelijkheid op grond van de WAS voert PostNL als verweer onder meer aan dat niet zij de directe opdrachtgever is in de zin van artikel 7:616a BW, aangezien de arbeidskrachten in dienst zijn bij 365Werk met wie PostNL geen contractuele relatie heeft. In de voorliggende kwestie gaat het om een overeenkomst die is gesloten tussen PostNL en BWRI, maar die feitelijk wordt uitgevoerd door 365Werk. Indien het standpunt van PostNL zou worden gevolgd, zou artikel 7:616a BW op eenvoudige wijze kunnen worden omzeild en dat kan alleen al gelet op de naam van de wet niet de bedoeling van de wetgever zijn geweest. De kantonrechter komt tot de conclusie dat de gevorderde verklaring voor recht, inhoudende dat PostNL (hoofdelijk) aansprakelijk is op grond van onrechtmatige daad en vanaf 1 juli 2015 mede op grond van artikel 7:616a BW voor de nabetaling van het gevorderde achterstallige loon, zal worden toegewezen.

Consultatieplicht in cao bij ontslag is een inspanningsplicht en geen onderhandelingsplicht
In AR 2020-1538 staat de vraag centraal of de cao voor de helikoptervliegers moet worden uitgelegd als een instemmings- en overeenstemmingsplicht met de vakbond. De kantonrechter leidt uit de cao-bepaling af dat indien het ontslag conform het sociaal plan in de cao plaatsvindt, er geen nadere instemming en overeenstemming nodig is. De vier maanden wachttijd hoeft niet uitgezeten te worden, nu overduidelijk is dat partijen niet tot een alternatieve invulling van het sociaal plan komen (men ligt te ver uit elkaar).

Collegiale hulp kwalificeert niet als overwerk
In AR 2020-1558 oordeelt de rechter dat na werk blijven ‘hangen’ op de werkplek en andere collega’s helpen om daarna met elkaar nog een drankje te doen, niet kwalificeert als (beloond) overwerk. Van een opdracht van de werkgever was geen sprake. Werknemer koos er dan voor om langer te blijven vanuit de gedachte ‘samen uit, samen thuis’ en hielp dan het barpersoneel. Dit kan volgens de kantonrechter niet worden aangemerkt als opgedragen overwerk dat voor vergoeding in aanmerking komt. Tot slot weegt daarbij mee dat van werknemer had mogen worden verlangd dat als hij van mening was dat hij overwerk verrichte, hij dit tijdens zijn dienstverband ter sprake had gebracht.

Werknemer aansprakelijk voor mislopen ‘deal’ ex-werkgever met klant: schending post-contractueel goed werknemerschap
In AR 2020-1554 oordeelt de rechter over de aansprakelijkheid van werknemer wegens het bewegen van een klant van ex-werkgever naar een concurrent. De beperking van de aansprakelijkheid van artikel 7:661 BW (opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer) geldt hier niet, aangezien de schade niet is ontstaan in de uitvoering van de overeenkomst, omdat het niet tot de overeengekomen of gebruikelijke werkzaamheden van werknemer behoort om een mogelijke opdrachtgever of klant naar een concurrent te leiden voor een betere offerte. Werknemer is daarnaast in ieder geval (ook) aansprakelijk op grond van artikel 7:611 BW, omdat werknemer is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichting om zich als goed werknemer te gedragen, nu werknemer ervoor heeft gezorgd of eraan heeft bijgedragen dat Bac Machinebouw naar een concurrent van GMT is gegaan om daar een gunstiger offerte te kunnen verkrijgen. De kantonrechter ziet geen grond om te oordelen dat werknemer aansprakelijk is voor schade door het mislopen door GMT van een opdracht van Keijtank, aangezien dit zich afspeelde na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van werknemer. Hoewel werknemer ook na het einde van de arbeidsovereenkomst nog in zekere mate verplichtingen jegens GMT kan hebben als goed (ex-)werknemer in de zin van artikel 7:611 BW, hebben die verplichtingen na dat einde een minder vergaande strekking dan tijdens het dienstverband.

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Prof. mr. A.R. (Ruben) Houweling en mr. L. (Linde) Kirkpatrick (hoofdredactie)
Mr. I. (Imke) Lintsen

Hof

Rechtbank